WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De knop voor alarmknipperlichten is
aangebracht op het instrumentenpaneel.
Gebruik de knop wanneer uw auto een
veiligheidsgevaar is voor andere
weggebruikers.
Druk op de knop om de
alarmknipperlichtfunctie in te schakelen
(de richtingaanwijzers voor en achter gaan
knipperen).
Druk nogmaals op de schakelaar om de
alarmknipperlichten uit te schakelen.
N.B.: Bij gebruik terwijl de motor niet loopt,
wordt hierdoor de accu ontladen. Hierdoor
kan er onvoldoende vermogen overblijven
om de motor te starten.
N.B.: Afhankelijk van toepasselijke wetten
en voorschriften in het land waarvoor de
auto oorspronkelijk is geproduceerd, kunnen
de alarmknipperlichten gaan knipperen
wanneer u hard remt.
EERSTEHULPSET
Er is ruimte voorzien in de dakconsole of
onderste portiervakken.
GEVARENDRIEHOEK
Er is ruimte voorzien in de dakconsole of
onderste portiervakken.
Tourneo Connect (CHC) Long Wheelbase Kombi/Short Wheelbase Kombi, Base/Base High Payload/Titanium/Titanium High Payload/Trend/Trend ECOlite/Trend High Payload
Wat te doen bij pech
BRANDSTOFAFSLUITER
kan de kans op brand en ernstig letsel
toenemen. Wij raden aan na een aanrijding
het brandstofsysteem door een erkende
dealer te laten inspecteren.
In het geval van een middelzware tot
ernstige aanrijding is uw auto uitgerust met
een afsluitfunctie voor de brandstofpomp
die de brandstofstroom naar de motor
onderbreekt. Niet iedere aanrijding
veroorzaakt deze afsluiting.
Als de motor na een aanrijding afslaat, kunt
u deze als volgt weer starten:
1.
2. Zet het contact in stand III.
3. Contact uitzetten.
4. Zet het contact weer aan om de
STARTEN VIA STARTHULP
N.B.: Koppel de accu niet los van het
elektrische systeem van uw auto.
151
WAARSCHUWING
Als brandstoflekkage na een
aanrijding niet wordt gecontroleerd
of indien nodig wordt verholpen, dan
Contact uitzetten.
brandstofpomp weer te activeren.
WAARSCHUWINGEN
Gebruik brandstofleidingen,
motorafdekkingen of inlaatspruitstuk
nooit als massapunten.
Verbind alleen accu's met dezelfde
nominale spanning met elkaar.
Gebruik altijd hulpstartkabels met
geïsoleerde klemmen en een
voldoende dikke kern.