P: Parkeren
In de parkeerstand wordt de versnel-
lingsbak vergrendeld om te helpen
voorkomen dat het voertuig beweegt.
WAARSCHUWING
Gebruik de PARKEER-stand (P) al-
tijd wanneer het voertuig niet in
gebruik is. Als de schakelhendel
niet in de P (PARKEER-stand) staat,
kan het voertuig bewegen.
R: Achteruit
In de stand achteruit kan het voertuig
achteruit rijden.
OPMERKING: In achteruit wordt het
motortoerental begrensd, waardoor
het voertuig niet snel achteruit kan rij-
den.
WAARSCHUWING
Als u in achteruit een helling af-
rijdt, kunt u de ingestelde snel-
heidslimiet in achteruit toch over-
schrijden door de zwaartekracht.
Neutraal
De neutrale stand schakelt de versnel-
lingsbak uit.
WAARSCHUWING
Gebruik de PARKEER-stand (P) al-
tijd wanneer het voertuig niet in
gebruik is. Als de schakelhendel in
N (NEUTRAAL) staat, kan het voer-
tuig bewegen.
Hoog toerental (Vooruit)
In deze stand wordt het overbren-
gingsmechanisme in een hoge ver-
snelling geschakeld. Dit is het toeren-
talbereik voor normaal rijden. In deze
stand kan het voertuig zijn maximum-
snelheid bereiken.
Laag toerental (Vooruit)
In deze stand wordt het overbren-
gingsmechanisme in een lage versnel-
ling geschakeld. In deze stand kan het
voertuig traag rijden met een maximaal
koppel op de wielen.
OPMERKING
rental om een trailer te trekken, zwa-
re ladingen te dragen, over hinder-
nissen te rijden of een helling op of
af te rijden.
6) Contactschakelaar
De contactschakelaar bevindt zich
links op het centrale paneel onder het
stuur.
vmo2012-012-013_a
STANDEN CONTACTSCHAKELAAR
1. UIT
2. AAN "met licht"
3. AAN "zonder licht"
UIT
Alleen in deze stand kan de sleutel in
het contact worden geplaatst of eruit
worden gehaald.
In de UIT-stand wordt het elektrische
systeem van het voertuig uitgescha-
keld.
De motor wordt uitgeschakeld als u de
contactschakelaar op UIT draait.
_______________
BEDIENINGSELEMENTEN
Gebruik het lage toe-
79