RIJDEN MET UW VOERTUIG
2-UP-modellen
De passagier moet zijn bewegingen synchroniseren met de bewegingen van de
bestuurder. De passagier moet steeds blijven zitten.
Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas-
sagier. Laat de passagier in geval van twijfel afstappen voordat u bergop rijdt.
V00A1XL
Handelingen tijdens rijden
Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs dat
het eerder zal kantelen dan zijn tractie te verliezen. Op het terrein komt het
bijvoorbeeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geërodeerd tot een steile,
scherpe piek. Het voertuig kan dergelijke helling probleemloos aan, maar wan-
neer de voorkant van het voertuig zo ver omhoog komt dat het evenwicht naar
achter verschuift, kan het voertuig kantelen.
Dat kan ook gebeuren als de neus van het voertuig door een hindernis op de grond
te ver omhoog komt. Kies in een dergelijke situatie een andere route. Houd daar-
DWARS OP EEN
bij rekening met de risico's van dwars op een helling rijden. Zie
HELLING RIJDEN
.
vmo2012-012-526
_______
_______
56
VEILIGHEIDS-INFORMATIE