ling te wijzigen, verandert de luchtdruk
in de schokdempers achteraan, zodat
de ophanging anders is afgesteld.
De volgende instellingen zijn vooraf
ingesteld voor de ophanging van het
voertuig.
ACS-OPHANGINGSINSTELLINGEN
INSTEL-
RIJCOM-
LING
FORT
ACS 1
Zachtst
ACS 2
Zacht
ACS 3
Halfzacht
ACS 4
Halfhard
ACS 5
Hard
ACS 6
Hardst
WAARSCHUWING
Stel de instelling van de ACS-op-
hanging altijd in naargelang de
belasting. Leef de bovenstaande
aanbevelingen na voor het vervoer
van lasten (passagier en lading) op
uw voertuig.
Ga als volgt te werk om de huidige in-
stelling te zien:
1. De MODE-knop (M) indrukken om
AIR_SUSP.
2. Kijk de multifunctionele meter na
om uw huidige instelling te bevesti-
gen.
tmo2013-003-001_b
1. AIR_SUSP weergegeven
2. Werkelijke instelling
AANBEVOLEN
BELASTING
Enkel bestuurder
Een passagier OF
lading vervoeren
Een passagier EN
lading vervoeren
1
2
______________
Ga als volgt te werk om de huidige in-
stelling te wijzigen:
1. De MODE-knop (M) indrukken om
AIR_SUSP.
tmo2013-003-001_b
1. AIR_SUSP weergegeven
2. Werkelijke instelling
2. Houd de ACS-knop ingedrukt tot de
gewenste instelling verschijnt.
vmo2012-005-001_d
TYPISCH
1. ACS-knop
Bevestiging ingestelde
ACS-ophanging
Als de ACS-ophanging op ACS 5 of
ACS 6 was ingesteld voordat u het
voertuig kortstondig uitschakelde, zal
bij het opstarten een bevestigende
melding over de multifunctionele me-
ter schuiven. Zorg dat de ophanging is
aangepast aan de lading op het voer-
tuig.
Om de instelling van de ACS-ophan-
ging te bevestigen, drukt u op de
ACS-knop terwijl de melding ver-
schijnt.
UW RIT AANPASSEN
1
2
113