Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verantwoordelijkheid Van De Eigenaar; Inspectie- En Onderhoudsschema; Voorafgaand Aan Elk Gebruik - Mercury Marine 5 pk FourStroke propaan Gebruikers- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EIGENAAR

De eigenaar/gebruiker moet regelmatig onderhoud aan de motor laten uitvoeren om de emissieniveaus
binnen de voorgeschreven certificatienormen te houden.
De eigenaar/gebruiker mag de motor niet zodanig wijzigen dat het vermogen verandert of de emissieniveaus
de vastgelegde fabrieksspecificaties zullen overschrijden.

Inspectie- en onderhoudsschema

VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK

Controleer het motoroliepeil. Zie Brandstof en olie - Motorolie controleren.
Inspecteer het brandstofsysteem visueel op corrosie, beschadigingen en lekkage.
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel is gemonteerd.
Inspecteer de schroefbladen op schade.
NA ELK GEBRUIK
Spoel het koelsysteem van de buitenboordmotor door als u de motor in zout of vervuild water hebt
gebruikt. Zie onder Koelsysteem doorspoelen.
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatdoorgang van de schroef en het onderwaterhuis door met
zoet water als u de motor in zout water hebt gebruikt.
OM DE 100 BEDRIJFSUREN OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET
EERSTE VOORDOET
Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Smeerpunten.
Ververs de motorolie. De olie moet vaker worden ververst als de motor wordt gebruikt onder moeilijke
omstandigheden (zoals langdurig langzaam varen). Zie Motorolie verversen.
Vervang de bougie na de eerste 100 uur of na het eerste jaar. Inspecteer vervolgens de bougie om de
100 uur of eenmaal per jaar. Vervang de bougie wanneer dat nodig is. Zie Bougie inspecteren en
vervangen.
Controleer de klepspeling en stel de kleppen zo nodig.
Tap de tandwielolie af en ververs deze. Zie onder Onderwaterhuis smeren.
Controleer de anticorrosieanode. Controleer vaker bij gebruik in zout water. Zie Anti-corrosieanode.
Controleer of alle bouten, moeren en andere bevestigers goed aangehaald zijn.
Controleer of de motorkapafdichtingen intact en onbeschadigd zijn.
Controleer de inwendige motorkapgeluidsisolatie (indien aanwezig) om zeker te zijn dat het
schuimrubber intact en onbeschadigd is.
Controleer of de inlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
Controleer of de stationairuitlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
Controleer de luchtinlaat op losse slangklemmen en losse rubber hoezen (indien aanwezig).
OM DE 300 BEDRIJFSUREN OF OM DE 3 JAAR, WAT ZICH HET EERSTE
VOORDOET
Smeer de spiebanen op de aandrijfas.
Vervang de waterpompwaaier.
OM DE 500 BEDRIJFSUREN OF OM DE 5 JAAR, WAT ZICH HET EERSTE
VOORDOET
Vervang alle LPG-slangen. Slangen moeten van het type RPF, niet RHA zijn.
1.
Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.
nld
ONDERHOUD
1.
1.
29
1.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave