4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de
oplader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de
oplaadkabels los van de accuklemmen (Fig. 60).
4
2
Figuur 60
1. Pluspool van de accu
2. Minpool van de accu
5. Monteer de accu in de machine en sluit de accukabels
aan; zie Accu monteren, blz. 47.
Note: Gebruik de machine nooit wanneer de accu is
losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan het elektrische
systeem tot gevolg hebben.
Maaidek horizontaal stellen
1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak.
Zet de motor af, stel de parkeerrem in werking,
verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels los
van de bougies.
2. Controleer de spanning van alle vier banden. Indien
nodig, banden oppompen tot 90 kPa.
3. Om de maaimachine horizontaal te stellen, moet u de
anti-scalpeerrollers in de bovenste openingen zetten of
ze geheel verwijderen.
4. Hef het maaidek op in de transport-stand (Fig. 61).
Ontspan de twee grote hefveren van het maaidek door
de contramoer en de voorste plaatmoer, op de voorkant
van beide veren, zo ver mogelijk los te draaien
(Fig. 62).
5. Plaats twee blokken met een dikte van 35 mm onder
de lage rand van het maaidek, links en rechts achter.
Plaats een blok met een dikte van 44 mm onder de
lage rand van de maaimachine, voor in het midden.
Plaats geen blokken onder de beugels van de
anti-scalpeerrollers. Laat het maaidek neer tot de
maaihoogtestand van 38 mm (Fig. 61).
3
1
m-4970
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (–) oplaadkabel
49
Figuur 61
1. Transport-stand
6. Draai de onderste kettingbout in de gleuf op de
achterkant van het maaidek los. Doe hetzelfde aan de
andere kant (Fig. 62).
Note: Draai de voorste kettingbout niet los.
7. Draai de voorste en de achterste borgmoer aan beide
zijden van de voorste wartel los. Draai ze los totdat de
voorste kettingen los zijn en het maaidek wordt
ondersteund door de blokken. Doe hetzelfde aan de
andere kant (Fig. 62).
8
9
5
3
6
Figuur 62
1. Onderste kettingbout
2. Bovenste kettingbout
3. Voorste wartel
4. 260 mm samengedrukte
veer
5. Achterste borgmoer
Note: Als de bouten en moeren los zijn, zal het maaidek
de hefhendel uit zijn positie omhoogdraaien.
8. Als de bouten en moeren los zijn, zal de overgebleven
spanning in de grote steunveren de hefhendel van het
maaidek omhoogdraaien uit de maaihoogtestand van
38 mm. Druk de achterste steunarm van het maaidek
stevig omlaag zodat de hefhendel van het maaidek
terugkeert in de maaihoogtestand van 38 mm (Fig. 62).
Note: Druk niet op de hefhendel van het maaidek.
1
2
m–4122
2. 38 mm maaihoogte
7
1
4
2
m-4116
6. Voorste borgmoer
7. Achterste steunarm van
maaidek
8. Voorste plaatmoer
9. Contramoer