SAEx 07.2 – SAEx 16.2/SAREx 07.2 – SAREx 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
ACExC 01.2 Non-intrusive
Eindstand OPEN instel-
len CMD0010
Informatie
9.4
Proefdraaien
9.4.1
Draairichting controleren
10.
Ja indrukken om nieuwe eindstand over te nemen.
Weergave toont: Pos. DICHT ingesteld!
De linker LED brandt (standaarduitvoering) en geeft daarmee aan dat de eind-
stand DICHT is ingesteld.
Afbeelding 68:
11. Selecteren:
Wijzig → terug naar stap 9: eindstand DICHT "opnieuw" instellen
Esc → terug naar stap 4 en eindstand OPEN instellen of menu verlaten
12. Eindstand OPEN opnieuw instellen:
12.1 Bij grote slag: Keuzeschakelaar in de stand Local control (LOKAAL)
zetten en aandrijving bij motorbedrijf met behulp van de drukknop
(OPEN) in richting eindstand bewegen.
Informatie: Om schade te voorkomen beweging op tijd voor de eindaans-
lag onderbreken (drukknop STOP indrukken).
12.2 Handmatige bediening inschakelen.
12.3 Aan het handwiel draaien totdat de afsluiter open is .
12.4 Handwiel ca. ½ slag van eindstand (naloop) terugdraaien.
12.5 Keuzeschakelaar in de stand 0 (OFF) zetten.
Weergave toont: Inst. eindpos. OPEN? Ja Nee
13.
Ja indrukken om nieuwe eindstand over te nemen.
Weergave toont: Pos. OPEN ingesteld!
De rechter LED brandt (standaarduitvoering) en geeft daarmee aan dat de
eindstand OPEN is ingesteld.
Afbeelding 69:
14. Selecteren:
Wijzig → terug naar stap 9: eindstand OPEN "opnieuw" instellen
Esc → terug naar stap 4 en eindstand DICHT instellen of menu verlaten
Kan een eindstand niet worden ingesteld: type besturingseenheid in de aandrijving
controleren.
Pas als alle hiervoor beschreven instellingen zijn uitgevoerd mag met proefdraaien
worden begonnen.
1.
Aandrijving handmatig naar de middenstand danwel op voldoende afstand van
de eindstand brengen.
Inbedrijfname (basisinstellingen)
49