SAEx 07.2 – SAEx 16.2/SAREx 07.2 – SAREx 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
ACExC 01.2 Non-intrusive
5.3.2
Kabels aansluiten
Informatie
Tabel 8:
Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten
Type
Vermogensklemmen (U, V,
W)
Aardebus (PE)
Stuurcontacten (1 tot 50)
1.
Aders afstrippen.
2.
Bij flexibele kabels: eindhulzen (massakrimp) volgens DIN 46228 gebruiken.
3.
Kabels volgens het schakelschema (conform opdracht) aansluiten.
Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardebus!
Elektrische schok mogelijk.
Alle aardingskabels aansluiten.
Aardebus op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
Toestel uitsluitend met aangesloten aardingskabel inbedrijfstellen!
4.
Aardkabel stevig op de aardebus vastschroeven.
Afbeelding 20:
Aardebus
[1]
Serieklemmen
[2]
Klemmenkast
[3]
Aardebus, symbool:
Corrosiegevaar door vorming condenswater!
Na de montage het apparaat direct inbedrijfstellen zodat het verwarmingselement
de vorming van condenswater verminderen kan.
Sommige aandrijvingen beschikken over een motorverwarming (extra accessoire).
De motorverwarming reduceert de vorming van condenswater in de motor en verbetert
het aanlopen bij extreem koude temperatuur.
Dwarsdoorsneden aansluitka-
bels
max. 10 mm² (flexibel of massief)
max. 10 mm² (flexibel of massief)
max. 2,5 mm² (flexibel of massief)
Elektrische aansluiting
Aandraaimomenten
1,5 – 1,8 Nm
3,0 – 4,0 Nm
0,6 – 0,8 Nm
25