3-8. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen
Y Aansluitklemmen van
Y Aansluitklemmen van
lasuitgangsspanning
Y Het apparaat uitscha-
Y Het apparaat uitscha-
kelen vooraleer de las-
kabels aan te sluiten.
Y Geen versleten,
Y Geen versleten,
be-
be-
schadigde, ondergedi-
schadigde, ondergedi-
mensionneerde
of
slecht gemonteerde ka-
slecht gemonteerde ka-
bels gebruiken.
Negatief
Negatief
Positief
Hoge
Hoge
Inductantie
Positief
Lage
Lage
Inductantie
2
De laskabelsektie in mm
is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder.
Maximale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring.
30 m of minder
10 − 60%
60 − 100%
Las-
inschakel-
inschakel-
duur
duur
stroom
100
20
150
30
200
30
250
35
300
50
350
60
400
60
500
70
600
95
700
120
Ga terug naar de inhoudsopgave
45 m
60 m
10 − 100% inschakelduur
20
20
30
30
35
50
35
50
60
50
60
70
60
70
95
70
95
120
70
95
120
95
120
2x70
120
2x70
2x95
2x70
2x95
2x120
70 m
90 m
105 m
35
50
60
60
70
95
70
95
120
95
120
2x70
120
2x70
2x95
2x70
2x95
2x95
2x70
2x95
2x120
2x95
2x120
3x95
2x120
3x95
3x120
3x95
3x120
3x120
OM-223 Pagina 13
120 m
60
95
120
2x70
2x95
2x120
2x120
3x95
3x120
4x120
S-0007-D