1. Stuur personen weg uit de gevarenzone
tussen tractor en machine voordat u naar
de machine rijdt.
2. Eerst moeten de voedingsleidingen worden
aangekoppeld en dan moet de machine
aan de tractor worden gekoppeld.
2.1 Rij de tractor zodanig tot bij de
machine, dat er een ruimte van ca. 25
cm tussen tractor en machine blijft.
2.2 Beveilig de tractor tegen onbedoeld
starten en wegrollen.
3. Bedien tractorregeleenheid 1.
→
Pas de hoogte van het trekoog aan de
tractor aan.
4. Rij de tractor nu verder achterwaarts naar
de machine, zodat de koppelinrichting kan
worden bevestigd.
5. Koppelinrichting bevestigen.
6. Verwijder de wielkeggen.
Catros-T BAG0036.1 04.07
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de
tractor!
•
Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en
machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te
koppelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en
machine door beschadigde voedingsleidingen!
Let bij het aansluiten van de voedingsleidingen op het verloop van de
voedingsleidingen. De voedingsleidingen
•
moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine
soepel meedraaien zonder spanning, knikken of wrijving.
•
mogen niet langs onderdelen schuren.
Machine aan- en afkoppelen
47