• Als de knop niet brandt wanneer deze functie ingeschakeld is, is de functie voor
fantoomvoeding vergrendeld. U kunt deze ontgrendelen met [MIC PHANTOM LOCK]
in de Utility-instellingen (pagina 81).
LET OP
Zet fantoomvoeding alleen aan als u een condensatormicrofoon heeft die
fantoomvoeding vereist en aangesloten is op de [MIC 1]-aansluiting.
Zet fantoomvoeding uit voordat u een microfoon aansluit op/ontkoppelt van de [MIC 1]-
aansluiting. Als deze functie op de verkeerde wijze wordt gebruikt, kan het toestel
worden beschadigd.
Zet fantoomvoeding alleen aan of uit wanneer de [MIC]-knop uitgeschakeld is of
wanneer de MIC [LEVEL 1]-knop op de minimumwaarde staat. Als fantoomvoeding op
de verkeerde wijze wordt gebruikt, kan het monitorapparaat harde ruis produceren, wat
storing van het apparaat en zelfs gehoorverlies kan veroorzaken.
Een microfoon gebruiken
1 Sluit een microfoon op de [MIC 1]- of [MIC 2]-aansluiting aan.
Meer informatie: Aansluitingen op de ingangsaansluitingen (pagina 20)
2 Druk op de [TALKOVER]-knop om talkover van de microfoon
aan of uit te zetten.
3 Druk op de [MIC]-knop om de microfoon aan of uit te zetten.
4 Draai aan de [LEVEL 1]- of [LEVEL 2]-knop om het
volumeniveau van de microfoon in te stellen.
• Als u de knop te ver rechtsom draait, wordt het geluid met een hoog volume
uitgevoerd.
5 Draai aan de [EQ (HI, LOW)]-knoppen om het volume van elke
band in te stellen.
36
Microfoon