Geluid van een externe effectgenerator wordt vervormd.
• Controleer of het volume voor de externe effectgenerator juist is ingesteld.
Het tempo (BPM) van een muziekstuk kan niet worden
gemeten.
Het gemeten tempo is verkeerd.
• Stel de [TRIM]-knop zo in dat de kanaalniveau-indicator brandt met het piekniveau op
ongeveer [0] dB.
• Voor sommige muziekstukken kan het tempo (BPM) niet worden gemeten. Gebruik de
[TAP]-knop om het tempo voor die muziekstukken handmatig in te stellen.
Het gemeten tempo (BPM) verschilt van de waarde in de
informatie van het muziekstuk.
• De waarden komen niet overeen als de BPM-meetmethoden verschillen.
MIDI
U kunt een MIDI-apparaat niet het met toestel aansturen.
• Druk op de [MIDI ON/OFF]-knop om MIDI aan te zetten.
• Wijs de MIDI-berichten van dit toestel aan de software toe. Voor details over de toewijzing,
raadpleeg de gebruikershandleiding voor de software.
Aansluitingen
Het toestel wordt niet herkend door de aangesloten pc/Mac.
De USB-verbindingsindicator knippert langzaam.
• Installeer de speciale software op de pc/Mac. Als de software al geïnstalleerd is, installeer
die dan opnieuw.
Geluid van de aangesloten pc/Mac wordt niet via het toestel
uitgevoerd.
• Controleer of de pc/Mac juist is aangesloten.
• Het wordt aangeraden om dit toestel en een pc/Mac direct met een USB-kabel te
verbinden.
Aanvullende informatie
100