7.4 Accu
De accu is een bijzonder belangrijk onderdeel van de machine. Ervoor zorgen dat de accu ook op den duur goed blijft functioneren
is van fundamenteel belang om de levensduur ervan te verlengen, om problemen te beperken en om de beheerskosten van de
machine te drukken.
7.4.1
Algemene aanwijzingen
In geval van nieuwe accu's moet u niet wachten totdat de signalering "accu leeg" gegeven wordt alvorens de accu op te laden;
laad de accu de eerste 4/5 keer na 3 of 4 uren gebruik op.
In geval van nieuwe accu's worden de maximale prestaties ervan na ongeveer tien ontlaad-/oplaadcycli verkregen.
Laad de accu in een geventileerde ruimte op en haal de doppen eraf zodat de gassen tijdens het opladen kunnen ontsnappen.
Voor de aansluiting van de acculader op het elektriciteitsnet mogen geen langere verlengsnoeren dan 5 meter gebruikt
worden.
Er moet een elektrische kabel met een geschikte doorsnede gebruikt worden (min. min. 3x2.5 mm
Er mogen geen opgerolde kabels gebruikt worden.
Kom niet met open vuur in de buurt van de accu. Er bestaat ontploffingsgevaar vanwege de vorming van explosieve gassen.
Breng geen tijdelijke of ongebruikelijke elektrische aansluitingen tot stand.
De klemmen moeten goed vastzitten en ontdaan worden van aanslag e.d. De isolerende gedeelten van de kabels moeten in
goede staat verkeren.
Maak de accu schoon, droog en vrij van oxidatie e.d. en gebruik daarbij antistatische poetslappen.
Leg geen gereedschap of andere metalen voorwerpen op de accu.
Verzeker u ervan dat het elektrolytpeil ongeveer 5-7 mm boven de spatbeschermers komt.
Controleer de temperatuur tijdens het opladen die niet boven de max. 45°C mag stijgen.
Indien de machine met een automatisch bijvulsysteem uitgerust is moet u de gebruiksvoorschriften die in de
gebruiksaanwijzing van de accu staan vermeld stipt opvolgen.
7.4.2
Onderhoud van de accu
Bij normaal gebruik is de hoeveelheid water die verbruikt wordt zodanig dat het bijvullen één keer in de week herhaald moet
worden.
De accu moet met gedistilleerd of gedemineraliseerd water bijgevuld worden.
Het bijvullen moet na het opladen gebeuren en het elektrolytpeil moet zich ongeveer 5-7 mm boven de spatbeschermers
bevinden.
Indien de machine met een automatisch bijvulsysteem uitgerust is moet u de gebruiksvoorschriften die in de
gebruiksaanwijzing van de accu staan vermeld opvolgen.
De accu mag niet verder ontladen worden als er reeds 80% van de nominale capaciteit gebruikt is. Wordt de accu in te sterke
mate en langdurig ontladen dan brengt dit onherstelbare schade voor de accu met zich mee.
Bij het opladen van de accu moeten de in de volgende paragrafen vermelde aanwijzingen in acht genomen worden.
Zorg ervoor dat de doppen en de aansluitingen afgedekt zijn en droog blijven. Door een goede reiniging wordt de elektrische
isolatie gehandhaafd, wordt de goede werking van de accu bevorderd en dit komt eveneens ten goede van de levensduur van
de accu.
Indien er storingen in de werking optreden die aan de accu te wijten kunnen zijn mag u er niet zelf aan gaan sleutelen maar
moet u de technische servicedienst waarschuwen.
Tijdens de perioden waarin de machine niet gebruikt wordt raken de accu's vanzelf leeg (zelfontlading). Om te voorkomen dat
de goede werking van de accu in gevaar gebracht wordt moet de accu ten minste één keer in de maand opgeladen worden.
Dit moet ook gedaan worden als de metingen van de dichtheid van de elektrolyt hoge waarden uitwijzen.
Om de zelfontlading van de accu's tijdens de perioden waarin de machine niet gebruikt wordt te beperken moet de machine in
ruimtes met een temperatuur beneden de 30°C gestald worden en moet de vermogensconnector losgekoppeld worden.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – Serie X – XS E RESTYLING
2
).
Blz. 88