6
Installatie
6.1
Installatievoorschriften
Opgelet
De installatie van de ketel moet door een erkende vakman worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en
nationale voorschriften.
Tab.25
Voor het publiek toegankelijk gebouw
België
NBN B 61-001: Ketelruimtes en schoorstenen
NBN D 61-002: Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen kleiner dan 70 kW - Voorschrif
ten voor hun opstellingsruimte, ventilatie, luchttoevoer en rookgasafvoer.
Elektrische installatie voldoet aan het AEAI
6.2
Locatiekeuze
Houd bij uw keuze van de ideale opstelplaats rekening met de wettelijke voorschriften en de benodigde ruimte voor het
apparaat.
Installeer de ketel op een stevige, stabiele constructie die het gewicht van het apparaat, gevuld met water en volledig
uitgerust, kan dragen.
Houd bij de bepaling van de opstelplaats rekening met de toegestane locaties voor de rookgasafvoer- en
luchttoevoerkanalen.
Installeer de ketel niet dichtbij verwarmingsbronnen.
6.2.1
Typeplaat
Afb.27
7755349 - v05 - 22022022
Typeplaten identificeren het product en bevatten de volgende informatie:
Soort product
Fabricagedatum (Jaar - Week)
Serienummer
Elektrische voeding
Bedrijfsdruk
Elektrisch vermogen
IP-waarde
CN1 en CN2 ketelconfiguratienummer
Belangrijk
Indien de typeplaat niet toegankelijk is, wordt een tweede
zelfklevende typeplaat geleverd in de documentatiezak. Bevestig
de typeplaat op een plek waar deze gemakkelijk te lezen is.
Zie ook
Fabrieksinstellingen terugzetten, pagina 65
MW-5000859-1
6 Installatie
CFU
29