3.4.4
Wattgestuurd programma (WATT)
1.
Selecteer met de UP/DOWN-toetsen in het hoofdmenu het wattgestuurde programma (WATT)
en bevestig uw keuze met de MODE-toets (Afb. 17).
2.
Let met de UP/DOWN-toetsen de gewenste wattwaarde vast en bevestig uw invoer met de
MODE-toets (Afb. 18).
OPMERKING
L
De vooringestelde wattwaarde bedraagt 120.
3.
Leg met de UP/DOWN-toetsen de tijd (TIME) vast en bevestig u invoer met de MODE-toets.
4.
Om het programma te starten, drukt u op de START-/STOP-toets.
OPMERKING
L
Tijdens de training kunt u de wattwaarde aanpassen met de UP/DOWN-toetsen.
5.
Om het programma te pauzeren, drukt u opnieuw op de START-/STOP-toets.
6.
Om het programma te beëindigen, drukt u in het gepauzeerde programma op de RESET-toets.
Afb. 17
3.5
Herstelhartslagtest
Na de workout kunt u uw herstelhartslag meten. Druk na de
training op de RECOVERY-toets en pak de handsensoren vast of
doe een borstband om. Alle functies op het display stoppen en de
tijdaanduiding telt af van 00:60 tot 00:00. Na het verstrijken van de
tijd wordt een waarde tussen F1 en F6 weergegeven:
Waarde
Beschrijving
F1
Zeer goed
F2
F3
Gemiddeld
F4
Voldoende
F5
F6
Zeer slecht
Goed
Slecht
Afb. 18
Afb. 19
Afb. 20
21