3.3
Inschakelen
Nadat u het apparaat op de stroom heeft aangesloten, licht het
volledige display ca. 2 seconden op (Afb. 1).
OPMERKING
L
Indien gedurende 4 minuten niets wordt ingegeven of geen
signaal wordt ontvangen, schakelt de console over naar
spaarstand. Druk op een willekeurige toets om de spaarstand te verlaten.
3.4
Programma's
U kunt kiezen uit 18 programma's:
+
Handmatig programma
+
12 vooringestelde programma's
+
4 hartslaggestuurde programma's
+
Wattgestuurd programma
3.4.1
Handmatig programma (MANUAL)
1.
Selecteer het handmatige programma (MANUAL) met de UP/DOWN-toetsen in het hoofdmenu
en bevestig uw keuze met de MODE-toets (Afb. 2).
2.
Leg de waarden voor tijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën (CALORIES) en hartslag (PULSE)
vast met de UP/DOWN-toetsen en bevestig elke invoer met de MODE-toets (Afb. 3–6).
3.
Om het programma te starten, drukt u op de START-/STOP-toets (Afb. 7).
OPMERKING
L
Tijdens de training kunt u het weerstandsniveau aanpassen met de UP/DOWN-toetsen. Wanneer
u gedurende 3 seconden niets aanpast, schakelt het display terug over naar de wattweergave.
4.
Om het programma te pauzeren, drukt u opnieuw op de START-/STOP-toets.
5.
Om het programma te beëindigen, drukt u in het gepauzeerde programma op de RESET-toets.
Afb. 2
Afb. 5
18
Afb. 3
Afb. 6
Afb. 1
Afb. 4
Afb. 7
FX30