Gevoelige parameters
Dit zijn parameters die beslist afgestemd moeten zijn op de hele keten, met het oog op de regeling.
Lijst van gevoelige parameters:
SP
Setpointdruk
•
RP
Drukverlaging voor herstart
•
ET
Wisseltijd
•
AY
Anticycling
•
NA
Aantal actieve apparaten
•
NA
Aantal gelijktijdige apparaten
•
TB
Drooglooptijd
•
T1
Uitschakeltijd na signaal van lage druk
•
T2
Uitschakeltijd
•
GI
Integrerende versterking
•
GP
Proportionele versterking
•
OD
Type installatie
•
PR
Remote druksensor
•
PW
Wijziging wachtwoord
•
Automatische uitlijning van gevoelige parameters
Wanneer er een systeem met meerdere pompen wordt gedetecteerd, wordt er een controle verricht op de congruentie van de ingestelde
parameters. Als de gevoelige parameters niet met elkaar overeenkomen op alle apparaten, verschijnt op het display van elk apparaat een
bericht waarin wordt gevraagd of de configuratie van dat bepaalde apparaat moet worden verbreid over het hele systeem. Door te accepteren
worden de gevoelige parameters van het apparaat van waaraf de vraag beantwoord is doorgegeven aan alle apparaten van de keten.
In gevallen waarin de configuraties incompatibel zijn met het systeem, wordt de verbreiding van de configuratie vanaf deze apparaten niet toe-
gestaan.
Tijdens de normale werking houdt de wijziging van een gevoelige parameter op één apparaat automatisch de uitlijning van de parameter op alle
andere apparaten in, zonder dat hiervoor toestemming wordt gevraagd.
OPMERKING: de automatische uitlijning van de gevoelige parameters heeft geen effect op alle andere types parameters
In het bijzondere geval dat er een apparaat met fabrieksinstellingen in een keten wordt opgenomen (bijvoorbeeld wanneer een nieuw apparaat
een bestaand apparaat vervangt, of de fabrieksconfiguratie op een apparat wordt teruggehaald), krijgt het apparaat met de fabrieksconfiguratie
automatisch de gevoelige parameters van de keten als de aanwezige configuraties behalve de fabrieksconfiguratie coherent zijn.
Parameters met facultatieve uitlijning
Dit zijn parameters waarvan getolereerd wordt dat ze niet overeenstemmen op de verschillende apparaten. Bij elke wijziging van deze
parameters wordt, wanneer op SET of MODE wordt gedrukt, gevraagd of de wijziging moet worden uitgebreid over de hele communicatieketen.
Als de keten gelijk is voor al zijn elementen, wordt op deze manier vermeden dat dezelfde gegevens moeten worden ingesteld op alle
apparaten. Lijst van parameters met facultatieve uitlijning:
•
LA
Taal
•
MS
Matenstelsel
•
AE
Blokkeringverhindering
•
AF
AntiFreeze
•
RM
Max. snelheid
11.1.6
Eerste start van een systeem met meerdere pompen
Maak de hydraulische en elektrische aansluitingen van het hele systeem, zoals beschreven in hoofdstuk 5 en in par 6.1.
Schakel de apparaten in en voer de koppelingen uit zoals beschreven is in paragraaf 8.5.5 - AS: koppeling van apparaten.
11.1.7
Regeling van een systeem met meerdere pompen
Wanneer een systeem met meerdere pompen ingeschakeld wordt, wordt automatisch een toewijzing van adressen uitgevoerd en wordt via een
algoritme een apparaat aangewezen als hoofd van de regeling. Het hoofd besluit de snelheid en de startvolgorde van elke apparaat dat tot de
keten behoort.
De regelmodus is sequentieel (de apparaten starten één voor één). Wanneer aan de startvoorwaarden wordt voldaan, start het eerste apparaat.
Wanneer dit de maximale snelheid heeft bereikt, start het volgende apparaat, enz. De startvolgorde is niet noodzakelijkerwijze oplopend
volgens het adres van de machine, maar hangt af van het aantal gemaakte bedrijfsuren, zie 8.6.11 - ET: wisseltijd.
11.1.8
Toewijzing van de startvolgorde
Bij elke inschakeling van het systeem wordt aan elk apparaat een startvolgorde gekoppeld. Op basis hiervan worden de achtereenvolgende
starts van de apparaten gegenereerd.
NEDERLANDS
207