14 Installatie van de leidingen
OPMERKING
Wacht tot de compressorunit klaar is met initialiseren om
instelling [2‑21] in te stellen.
Lektest en vacuümdrogen
De koelmiddelleiding controleren betekent:
▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken.
▪ Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen
door middel van vacumeren.
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in
de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven
tot alle vocht is verwijderd.
Alle leidingen in de unit zijn in de fabriek op lekken getest.
Alleen lokaal geïnstalleerde leidingen moeten worden gecontroleerd.
Zorg ervoor dat alle afsluiters van de compressorunit goed gesloten
zijn alvorens een lektest uit te voeren of te vacuümdrogen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de kleppen van alle (lokaal voorziene)
lokale leidingen OPEN staan (behalve de afsluiters van de
compressorunit!) voordat u begint met de lektest of het
vacuümdrogen.
Zie
"14.3.3 Koelmiddelleiding controleren:
meer informatie over de stand van de kleppen.
14.3.2
Koelmiddelleiding controleren: Algemene
richtlijnen
Sluit de vacuümpomp via een verdeelstuk aan op de servicepoort
van
alle
afsluiters
voor
"14.3.3 Koelmiddelleiding controleren:
OPMERKING
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep of
een elektromagnetische klep die tot een meterdruk van
– 1 00,7 kPa (− 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut) kan evacueren.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem
terugstroomt wanneer de pomp niet draait.
OPMERKING
Ontlucht NIET met koelmiddel. Gebruik een vacuümpomp
om de installatie leeg te pompen.
14.3.3
Koelmiddelleiding controleren: Opstelling
Het systeem bevat 2 koelmiddelcircuits:
▪ Circuit 1: Compressorunit → Warmtewisselaarunit
▪ Circuit 2: Compressorunit → Binnenunits
Beide
circuits
moeten
vacuümdrogen). De controlemethode hangt af van het beschikbare
gereedschap:
Als u een
verdeelstuk hebt...
Met
U kunt beide circuits tegelijk controleren.
koelmiddellijnsplitters
Sluit hiervoor het verdeelstuk via de splitters
aan op beide circuits en controleer.
Zonder
Beide circuits moeten afzonderlijk worden
koelmiddellijnsplitters
gecontroleerd. Methode:
(duurt twee keer zo
▪ Sluit
lang)
circuit 1 en controleer.
▪ Sluit het verdeelstuk vervolgens aan op
circuit 2 en controleer.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
24
Opstelling" [ 4 24] voor
een
grotere
efficiëntie
Opstelling" [ 4 24]).
worden
gecontroleerd
(lektest,
Dan
het
verdeelstuk
eerst
aan
Mogelijke aansluitingen:
Verdeelstuk
A
p <
p >
B
f
i
N2
R410A
g
h
e
a
Afsluiter vloeistofleiding (circuit 1: naar
warmtewisselaarunit)
b
Afsluiter gasleiding (circuit 1: naar warmtewisselaarunit)
c
Afsluiter gasleiding (circuit 2: naar binnenunits)
d
Afsluiter vloeistofleiding (circuit 2: naar binnenunits)
e
Vacuümpomp
f
Reduceerklep
g
Stikstof
h
Weegschaal
i
Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem)
A, B, C
Klep A, B en C
D
Koelmiddellijnsplitter
Klep
Klep A, B en C
(zie
Afsluiters vloeistofleiding en
gasleiding (a, b, c, d)
OPMERKING
De
aansluitingen
warmtewisselaarunit,
warmtewisselaar zelf moeten ook worden getest op lekken
en op vacuüm. Houd eventuele (lokaal voorziene) kleppen
van lokale leidingen ook open.
Zie de montagehandleiding van de binnenunit voor meer
informatie. Lektesten en vacuümdrogen moeten worden
uitgevoerd voordat de voeding van de unit wordt
ingeschakeld. Zie anders het eerder in dit hoofdstuk
beschreven
controleren van de
14.3.4
Lektest uitvoeren
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
Op lekken controleren: Vacuümlektest
1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding
gedurende meer dan 2 uur tot – 1 00,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr
absoluut).
2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem
vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het
systeem een lekkage heeft.
Op lekken controleren: Druklektest
op
1 Test
op
lekken
leidingverbindingen.
2 Verwijder alle stikstofgas.
Aansluitingen
Compressorunit
Circuit 1 en 2 tegelijk
a
C
c
A
D
b
C
C
a
D
B
d
c
C
Alleen circuit 1
C
A
b
RDXYQ
B
a
C
b
Alleen circuit 2
C
A
c
B
d
C
Stand van de klep
Open
Sluiten
op
de
binnenunits
en
alle
binnenunits
stroomschema
(zie
"14.3.1 Over
koelmiddelleidingen" [ 4 23]).
met
een
bellentestoplossing
RKXYQ5T8 + RKXYQ8T7Y1B
VRV IV-compressorunit voor binneninstallatie
4P499900-1B – 2021.12
5 HP
b
d
8 HP
a
c
d
RDXYQ
en
op
de
en
de
het
op
alle