▪ Wanneer
"omschakeling onder gecentraliseerde besturing"
op het display knippert, zie
"6.5.1 Over master-gebruikersinterface
instellen" [ 4 12].
▪ De ventilator kan mogelijk nog ongeveer 1 minuut blijven draaien
nadat het verwarmen is beëindigd.
▪ De luchtstroomsnelheid kan zich automatisch aanpassen aan de
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is
echter geen storing.
6.2.3
Over verwarmen
Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt
voor algemeen verwarmen dan voor koelen.
De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de
verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen.
Ontdooien
Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde pijpenbundel van de
warmtewisselaarunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder
energie kan worden overgebracht naar de pijpenbundel van de
warmtewisselaarunit. De verwarmingscapaciteit neemt af en het
systeem moet ontdooien om het ijs van de spiraal van de
warmtewisselaarunit te kunnen verwijderen. Tijdens het ontdooien
neemt de verwarmingscapaciteit aan de binnenunitzijde tijdelijk af tot
het ontdooien beëindigd is. Na het ontdooien krijgt de unit weer haar
volledige verwarmingscapaciteit.
De
ventilator
van
de
binnenunit
koelmiddelcyclus wordt omgekeerd en energie van in het gebouw
wordt gebruikt om de pijpenbundel van de warmtewisselaarunit te
ontdooien.
De ontdooistand wordt aangegeven met
de binnenunit.
Tijdens het ontdooien smelt het ijs en verdampt dit mogelijk.
Mogelijk gevolg: Gedurende of net na het ontdooien kan er damp
worden gevormd. Dit is echter geen storing.
Warme start
Om te voorkomen dat bij het begin van verwarmen koude lucht uit
een
binnenunit
wordt
geblazen,
automatisch stilgelegd. Op het display van de gebruikersinterface
wordt
aangegeven. Het kan even duren voordat de
ventilator begint te werken. Dit is echter geen storing.
6.2.4
Gebruik van het systeem (ZONDER
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
1 Druk meermaals op de keuzeknop voor de bedrijfsstand op de
gebruikersinterface en selecteer de gewenste bedrijfsstand.
Koelen
Verwarmen
Alleen ventileren
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
RKXYQ5T8 + RKXYQ8T7Y1B
VRV IV-compressorunit voor binneninstallatie
4P499900-1B – 2021.12
wordt
stilgelegd,
de
op het display van
wordt
de
binnenventilator
6.2.5
Gebruik van het systeem (MET
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Overzicht van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening
a
KEUZESCHAKELAAR ALLEEN
a
VENTILEREN/AIRCONDITIONING
Stel de schakelaar in op
ventileren of op
verwarmen.
b KEUZESCHAKELAAR KOELEN/
VERWARMEN
b
Stel de schakelaar in op
of op
Opmerking: Wanneer een afstandsbedieningsschakelaar koelen/
verwarmen wordt gebruikt, moet DIP-schakelaar 1 (DS1-1) op de
hoofdprintplaat op ON staan.
Starten
1 Selecteer als volgt de bedrijfsstand met de keuzeschakelaar
koelen/verwarmen op de afstandsbediening:
Koelen
Verwarmen
1 1
1
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
Stoppen
3 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
Instellen
Zie de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface voor informatie
over het programmeren van temperatuur, ventilatorsnelheid en
luchtstroomrichting.
6.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma
6.3.1
Over het ontvochtigingsprogramma
▪ Dit programma dient om de vochtigheid in uw kamer te
verminderen met een zo klein mogelijke temperatuurdaling
(minimale kamerkoeling).
▪ De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de
ventilatorsnelheid
(kan
niet
gebruikersinterface).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6 Bediening
voor alleen
voor koelen of
voor koelen
voor verwarmen
Alleen ventileren
1 1
1
1
1
worden
ingesteld
met
de
11