Extern beveiligingscircuit
om de veiligheid van het bevochtigingssysteem te waarborgen, moet de
werking absoluut worden bewaakt door een beveiligingscircuit.
Hiervoor worden de potentiaalvrije contacten (max. contactbelasting
250V/5A) van externe beveiligingen (bijv. beveiliging hoge limiet bevoch-
tigingsregelaar, luchthoeveelheidsbeveiliging, ventilatiebeveiliging, etc.) in
serie aangesloten op de contacten "SC1" en "SC2" van klem "XE2"
volgens het elektrisch schema.
GEVAAR!
Gevaar voor elektrische schokken!
De netspanning wordt aangesloten op klemmestrook "XE2" (maximaal
240 V). De stoomluchtbevochtiger moet daarom altijd worden losgekoppeld
van het stroomnet, voordat tot aansluitwerkzaamheden wordt overgegaan.
Wanneer, om wat voor reden dan ook, er geen externe beveiligingen wor-
den aangesloten, moet er een overbrugging "J" worden aangebracht op de
contacten "sc1" en "sc2" van klem "XE2".
Zet geen vreemde spanning op de contacten "sc1" en "sc2" van klem
"XE2".
De diameter van de kabel moet voldoen aan de plaatselijke voorschriften
(minimaal 1 mm
).
2
Bedrijfs en foutmelding op afstand H1 (Optie "RFI")
De optionele storings- en bedrijfsmeldingsprint moet met behulp van de "flat
ribbon cable" worden aangesloten op de overeenkomstige connector op de
regelprint. Deze optionele print bevat de potentiaalvrije relaiscontacten voor
de aansluiting van de volgende bedrijfs- en storingsmeldingen:
–
"Error" (Fout):
–
"service":
–
"stoom":
–
"unit on" (unit aan): Dit relais sluit zodra de unit wordt ingeschakeld
De maximum contactbelasting is 250V/8A.
Voor de schakeling van relais en miniatuur magneetschakelaars moeten
de juiste ontstoringsmodules worden gebruikt.
opmerking: De diameter van de kabel moet voldoen aan de plaatselijke
voorschriften.
Dit relais wordt geactiveerd wanneer er een storing
is.
Dit relais wordt geactiveerd wanneer de ingestelde
serviceinterval is verstreken.
Dit relais sluit zodra de unit stoom produceert.
met de hoofdschakelaar.
55