Figuur 6. Kleurcoderingen en posities van ECG-kabelaansluitingen met 5-elektroden ECG (links)
en 3-elektroden ECG (rechts)
1. R (Rood)
2. L (Geel)
3. N (Zwart)
4. F (Groen)
5. C (Wit)
WAARSCHUWING: Geleidende onderdelen van elektroden of connectors mogen
geen contact maken met andere geleidende onderdelen, waaronder de aarde.
5.
Zet de stroom aan.
6.
Open de schermweergave.
7.
Selecteer op het Merlin PCS-scherm de toets Adjust Display om de ECG-golfvorm te
configureren. Voor verdere informatie selecteert u de toets ? bovenaan het scherm wanneer
het venster voor aanpassing van de weergave verschijnt.
8