3. Verwissel de aansluitingen van de begeleidingsdraad
en de begrenzingsdraad in het laadstation.
a) Verwissel de aansluitingen AL en G1.
Als het indicatielampje constant groen brandt,
bevindt de breuk zich ergens in de begrenzingsdraad
tussen AL en het punt waar de begeleidingsdraad is
aangesloten op de begrenzingsdraad (dikke zwarte
lijn op de afbeelding).
b) Zet AL en G1 terug in hun oorspronkelijke posities.
Verwissel vervolgens AR en G1.
Als het indicatielampje constant groen brandt,
bevindt de breuk zich ergens in de begrenzingsdraad
tussen AR en het punt waar de begeleidingsdraad is
aangesloten op de begrenzingsdraad (dikke zwarte
lijn op de afbeelding).
Nederlands - 84
PROBLEMENOPLOssEN
Guide
3012-1208
3012-1209