4. Controleer of alle onderdelen voor de installatie zijn
meegeleverd. De cijfers tussen haakjes verwijzen
naar het onderdeel op de afbeelding. Zie 2.1 Wat is
wat? op pagina 10.
• Robotmaaier
• Laadstation (10)
• Lusdraad voor begrenzingslus en
begeleidingsdraad (21)
• Transformator (20)
• Laagspanningskabel (22)
• Krammen (23)
• Connectoren voor de lusdraad (24)
• Schroeven voor het laadstation (25)
• Meetlat (26)
• Koppelingen voor de lusdraad (27)
• Draadmarkeringen (29)
Tijdens de installatie hebt u ook het volgende nodig:
• Hamer/kunststof moker (om de krammen
gemakkelijker in de grond te krijgen).
• Combinatietang voor het knippen van de
begrenzingsdraad en het samenknijpen van de
connectoren.
• Waterpomptang (voor het samenknijpen van de
koppelingen).
• Kantensteker/rechte spade als de begrenzingsdraad
moet worden ingegraven.
3.2Hetlaadstationinstalleren
Bestelocatievoorhetlaadstation
Houd bij het kiezen van de beste locatie voor het laadstation
rekening met de volgende aspecten:
• Zorg voor minimaal 3 meter vrije ruimte vóór het
laadstation
• Kies een locatie dicht bij een stopcontact. De
bijgeleverde laagspanningskabel is 10 meter lang
• Een vlakke ondergrond om het laadstation op te
plaatsen
• Bescherming tegen waternevel van bijvoorbeeld een
besproeiingsinstallatie
• Bescherming tegen direct zonlicht
• Eventuele noodzaak om het laadstation uit het zicht
van buitenstaanders te houden
Nederlands - 16
INsTALLATIE
3012-1311