3Installatie
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de robotmaaier installeert.
Lees voordat u met de installatie begint eerst het vorige
hoofdstuk, 2 Presentatie.
Lees ook het huidige hoofdstuk volledig door voordat
u met de installatie begint. De wijze waarop de installatie
is uitgevoerd, bepaalt tevens hoe goed de robotmaaier
functioneert. Het is daarom belangrijk om de installatie
zorgvuldig te plannen.
De planning is gemakkelijker als u een schets maakt van
het werkgebied, met inbegrip van alle obstakels. Zo vindt
u eenvoudiger de beste positie voor het laadstation,
de begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad. Geef
op de schets aan hoe de begrenzingsdraad en de
begeleidingsdraad moeten lopen.
Zie 7 Voorbeelden van tuinen op pagina 66 voor
installatievoorbeelden.
Kijk ook op www.automower.com voor meer beschrijvingen
en tips voor het installeren.
Volgonderstaandestappenomdeinstallatie
uittevoeren:
3.1 Voorbereidingen
3.2 Het laadstation installeren
3.3 De accu laden
3.4 De begrenzingsdraad installeren
3.5 De begrenzingsdraad aansluiten
3.6 De begeleidingsdraad installeren
3.7 De installatie controleren
3.8 Ingebruikname en kalibratie
3.9 Het dokken in het laadstation testen
Het laadstation, de begrenzingslus en de begeleidingsdraad
moeten zijn aangesloten om een volledige startprocedure te
kunnen uitvoeren.
3.1Voorbereidingen
1. Als het gras in het werkgebied langer dan 10 cm is,
moet u het gras eerst met een gewone gazonmaaier
maaien. Verzamel daarna het gras.
2. Vul gaten en kuilen op om te voorkomen dat
regenwater hier plassen vormt. Het product
kan beschadigd raken als het wordt gebruikt
in waterplassen. Zie 11 Garantiebepalingen op
pagina 88.
3. Lees alle stappen volledig door voordat u met de
installatie begint.
INsTALLATIE
3012-1101
Nederlands - 15