Onderhoud
WAARsCHUWING
Alsderobotmaaierondersteboven
ligt,moetdehoofdschakelaaraltijd
instand0staan.
Dehoofdschakelaarmoetinstand
0staantijdensallewerkzaamheden
aanhetchassisvanderobotmaaier,
zoalshetreinigenofvervangenvan
demessen.
BELANGRIjKEINfORMATIE
Gebruiknooiteenhogedrukreiniger
enzelfsgeenstromendwateromde
robotmaaierschoontemaken.Gebruik
nooitoplosmiddelenomschoontemaken.
Inspecteer de robotmaaier elke week en vervang
beschadigde of versleten onderdelen. De wekelijkse
inspectie omvat de volgende punten:
•
Ontdoe het laadstation van gras, bladeren, twijgen en
andere voorwerpen die het voor de robotmaaier moeilijk
kunnen maken om in het laadstation te dokken.
•
Zet de hoofdschakelaar in stand 0 en trek een
paar beschermende handschoenen aan. Draai de
robotmaaier ondersteboven. Controleer de volgende
punten:
1. Reinig de aandrijfwielen. Gras in de aandrijfwielen
kan van invloed zijn op de wijze waarop de maaier
op hellingen werkt.
2. Reinig de voorwielen. Gras op de voorwielen en op
de voorwielas kan de prestaties nadelig beïnvloeden.
3. Reinig de kap, het chassis en het maaisysteem.
Gras, bladeren en andere voorwerpen die het
product zwaarder maken, kunnen de prestaties
nadelig beïnvloeden.
4. Controleer of alle maaimessen intact zijn. Controleer
ook of de bladen vrij kunnen draaien. Voor optimale
maairesultaten en een laag energieverbruik moeten
de maaimessen regelmatig worden vervangen, zelfs
als ze niet gebroken zijn. Alle messen en schroeven
moeten wanneer nodig op hetzelfde moment
worden vervangen zodat de draaiende onderdelen
uitgebalanceerd blijven. Zie 8.7 Messen op pagina 75.
Nederlands - 8
INTRODUCTIEENVEILIGHEID
3012-1060
3012-1257