Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7.2

Storing zoeken

Tab.32
Problemen
Mogelijke oorzaak
De radiatoren zijn
De richttemperatuur voor
koud.
de verwarming is te laag.
De verwarmingsmodus is
uitgeschakeld.
De radiatorkranen zijn
dichtgedraaid.
De warmtepomp is niet in
bedrijf.
De waterdruk is te laag (<
1 bar).
Er is geen sanitair
De richttemperatuur voor
warm water.
sanitair warm water is te
laag.
De sanitair warmwatermo­
dus is uitgeschakeld.
Het apparaat is in de gere­
duceerde sanitair-warm­
watermodus
De douchekop laat te wei­
nig water door.
De warmtepomp is niet in
bedrijf.
De waterdruk is te laag (<
1 bar).
Grote temperatuur­
Er wordt te weinig water
schommelingen van
toegevoerd
het sanitair warm wa­
De verschiltemperatuur
ter
van het sanitair-warmwa­
ter is te hoog.
De warmtepomp werkt
De richttemperatuur voor
niet.
de verwarming is te laag.
De warmtepomp is niet in
bedrijf.
De waterdruk is te laag (<
1 bar).
Er staat een storingscode
op het display.
De warmtepomp werkt
De richttemperatuur is te
met nogal korte cy­
laag
clussen in de sanitair-
warmwatermodus
De waterdruk is te laag
Te weinig water in de cv-
(< 1 bar).
installatie.
Waterlekkage.
7748698 - v04 - 05072021
Oplossingen
Verhoog de waarde van de richttemperatuur of, als er een thermostaat is
aangesloten, verhoog de temperatuur hierop.
Schakel de verwarmingsmodus in.
Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
Controleer of de warmtepomp is ingeschakeld.
Controleer de zekeringen en de schakelaars van de elektriciteitsinstal­
latie.
Vul de installatie bij met water.
Verhoog de richttemperatuur voor sanitair warm water.
Schakel de sanitair warmwatermodus in.
Controleer en wijzig het comfort en de gereduceerde tijdsduren voor
het sanitair warm water.
Wijzig de richttemperatuur voor sanitair warm water.
Maak de douchekop schoon of vervang hem zo nodig.
Controleer of de warmtepomp is ingeschakeld.
Controleer de zekeringen en de schakelaars van de elektriciteitsinstal­
latie.
Vul de installatie bij met water.
Controleer de waterdruk van de installatie.
Zet de kraan open.
Neem contact op met de installateur die belast is met het onderhoud van
de warmtepomp.
Verhoog de waarde van de richttemperatuur of, als er een thermostaat is
aangesloten, verhoog de temperatuur hierop.
Controleer of de warmtepomp is ingeschakeld.
Controleer de zekeringen en de schakelaars van de elektriciteitsinstal­
latie.
Vul de installatie bij met water.
Corrigeer de storing, indien mogelijk.
Verhoog de richtwaarde
Vul de installatie bij met water.
Neem contact op met de installateur die belast is met het onderhoud van
de warmtepomp.
7 Bij storing
AWHP MIV-S
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave