7.2.5
Veiligheidscomponenten
De veiligheidscomponenten moeten vervangen worden volgens
de bedrijfscyclus die wordt aangeduid in Tab. Y. De
gespecificeerde
bedrijfscycli
garantievoorwaarden die worden aangeduid in de leverings- en
betalingsvoorwaarden.
Veiligheidscomponent
Vlamcontrole
Vlamsensor
Gasventielen (type
solenoïde)
Drukschakelaars
Drukregelaar
Servomotor (elektronische
nok)(indien aanwezig)
Olieklep (type
solenoïde)(indien
aanwezig)
Olieregelaar (indien
aanwezig)
Olieleidingen/verbindingen
(metaal) (indien aanwezig)
Flexibele leidingen (indien
aanwezig)
Waaier ventilator
7.2.6
Meting van het vlamsignaal
De brander heeft een sensor om de aanwezigheid van de vlam
te controleren.
De minimumstroom om de controledoos te doen werken is 70 µA.
Het bedieningspaneel geeft "30%" weer (zie Lijst parameters, pa-
rameter nr. 954).
De brander levert echter een veel hogere stroom op, zodat geen
enkele controle vereist is.
Indien de stroom van de vlamsensor moet gemeten worden,
moeten de aanwijzingen gevolgd worden zoals is aangeduid in
"Onderhoudsprogramma" op pag. 56.
7.2.7
Regeling toerensensor
De toerensensor E)(Afb. 59) die in de kap van de motor van de
ventilator A) is gemonteerd, meet het toerental van de motor via
de leesplaat B) die op de motor is bevestigd.
De afmeting die wordt aangeduid in Afb. 59 moet
gerespecteerd worden.
OPGELET
OPGELET
De toerensensor wordt in de fabriek geijkt. Ga als volgt te werk in
geval van onderhoud of vervanging:
los de 4 schroeven C);
verwijder de plaat D) in de radiale richting met behulp van
een platte schroevendraaier;
draai de schroeven C) vast wanneer de regeling is uitge-
voerd.
20109572
betreffen
niet
Bedrijfscyclus
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
15 jaar
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar
5 jaar of 30.000 cycli onder druk
10 jaar of 500.000 starten
Onderhoud
Controleer of de mechanische blokkeringen van
de afstellingsmechanismen goed zijn aange-
draaid.
de
OPGELET
OPGELET
7.2.8
Vervanging/onderhoud van inverter
In geval van vervanging of onderhoud van de inverter draait u de
vier schroeven 1) los (Afb. 60) en voert u de demontageprocedu-
re uit die hiernaast uitgelegd wordt.
S8171
Tab. Y
S9506
58
NL
P
V
h min s
%
20078649
1
Afb. 58
Afb. 59
Afb. 60