5.14.2 Gasdruk
Tab. O duidt het vermogensverlies van de verbrandingskop en
van de gassmoorklep aan in functie van het werkingsvermogen
van de brander.
De waarden vermeld in de tabel verwijzen naar:
-
aardgas G 20 Cal. ond. w.10 kWh/Nm
-
aardgas G 25 Cal. ond. w.8,6 kWh/Nm
Kolom 1
Drukverlies branderkop.
Gasdruk gemeten op afnamepunt 1)(Afb. 38), met:
•
verbrandingskamer op 0 mbar;
•
gassmoorklep helemaal open (90°) zoals op Afb. 38;
•
verbrandingskop geregeld op pag. 25.
Kolom 2
Drukverlies gassmoorklep 2)(Afb. 38) met maximumopening:
90°.
Om het ruw geschatte vermogen van de werking van de brander
te kennen:
-
trek van de gasdruk aan het afnamepunt 1)(Afb. 38) de druk
in de verbrandingskamer af.
-
Zoek in van de brander de drukwaarde die het dichtst bij het
resultaat van de aftrekking ligt.
-
Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af.
Voorbeeld met aardgas G 20 - RLS 160/EVi MX:
Werking aan het maximumvermogen
Gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 38)
Druk in de verbrandingskamer
13,7 - 3,0 =
Een druk van 10,7 mbar, kolom 1, komt in overeen met een ver-
mogen van 1697 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet
wordt daarna gemeten op de gasmeter.
Om de noodzakelijke gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 38) te
kennen, na vaststelling van het maximum modulatievermogen
waarmee de brander moet werken:
-
zoek in van de brander de waarde voor het vermogen die het
dichtst in de buurt van de gewenste waarde ligt.
-
Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het afname-
punt 1)(Afb. 38).
-
Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de verbran-
dingskamer op.
Voorbeeld met aardgas G 20 - RLS 160/EVi MX:
Werking aan maximum modulatievermogen
Gasdruk bij een vermogen van 1697 kW
Druk in de verbrandingskamer
10,7 + 3,0
druk nodig op het afnamepunt 1)(Afb. 38).
De gegevens van het thermische vermogen en
de gasdruk op de knop betreffen de werking
met de gassmoorklep helemaal geopend (90°).
OPGELET
OPGELET
Installatie
3
3
(8,6 Mcal/Nm
)
3
3
(7,4 Mcal/Nm
)
= 13,7 mbar
=3,0 mbar
10,7 mbar
= 10,7 mbar
=3,0 mbar
= 13,7 mbar
31
1 p (mbar)
kW
G20
421
2,5
579
2,6
737
3,1
896
3,7
1054
4,6
1212
5,8
1370
7,2
1529
8,8
1697
10,7
1845
12,8
401
0,4
614
1,2
828
2,1
1041
3,2
1255
4,5
1468
6
1682
7,6
1895
9,4
2109
11,4
2322
13,6
S9159
NL
2 p (mbar)
G25
G20
G25
3,5
0,1
0,1
3,6
0,4
0,6
4,3
0,6
0,8
5,2
1
1,4
6,4
1,4
2,0
8,1
1,8
2,5
10,1
2,3
3,2
12,3
2,8
3,9
15,0
3,4
4,8
17,9
4
5,6
0,6
0,1
0,1
1,7
0,4
0,6
2,9
0,8
1,1
4,5
1,3
1,8
6,3
1,9
2,7
8,4
2,6
3,6
10,6
3,4
4,8
13,2
4,2
5,9
16,0
5,2
7,3
19,0
6,2
8,7
Afb. 38
20109572
Tab. O