6.7.2
Maximumgasdrukschakelaar
Regel de maximumgasdrukschakelaar (Afb. 50) na alle andere
regelingen van de brander uitgevoerd te hebben met de maxi-
mumgasdrukschakelaar afgesteld op het einde van zijn schaal.
Om de maximumgasdrukschakelaar te ijken, sluit u een mano-
meter aan op het drukafnamepunt nadat u de kraan ervan heeft
opengedraaid.
De maximumgasdrukschakelaar moet worden afgesteld op een
waarde die niet hoger is dan 30% van de waarde die op de ma-
nometer kan worden afgelezen wanneer de brander met het
maximumvermogen werkt.
Nadat de afstelling is afgerond, verwijdert u de manometer en u
sluit de kraan.
6.7.3
Minimumgasdrukschakelaar
Voer de regeling van de minimumgasdrukschakelaar uit nadat
alle andere branderafstellingen uitgevoerd zijn, met de drukscha-
kelaar afgesteld op het begin van de schaal (Afb. 51).
Verhoog de regelingsdruk wanneer de brander aan het maxi-
mumvermogen werkt en draai daarvoor het daarvoor bestemde
knopje langzaam in wijzerszin tot de brander vergrendelt.
Draai daarna 0,2 kPa (2 mbar) terug en herhaal de start van de
brander om de regelmatige werking te controleren.
Als de stop van de brander opnieuw in werking treedt, draai dan
nogmaals 0,1 kPa (1 mbar) in tegenwijzerzin rond.
1 kPa = 10 mbar
OPGELET
OPGELET
6.7.4
Drukschakelaar kit PVP
Regel de drukschakelaar voor de dichtingscontrole (kit PVP) vol-
gens de aanwijzingen die bij de kit zelf worden geleverd (Afb. 52).
6.7.5
Minimumoliedrukschakelaar
De minimumdrukschakelaar van de olie (Afb. 53) is in de fabriek
afgesteld op 18 bar. Als de oliedruk tot onder deze waarde daalt
in de aanvoerleiding, legt de drukschakelaar de brander stil.
De brander start automatisch opnieuw als de druk meer dan 18
bar bedraagt na de start van de brander.
6.7.6
Maximum oliedrukschakelaar
De maximum oliedrukschakelaar (Afb. 53) is in de fabriek afge-
steld op 3 bar. Als de oliedruk deze waarde overschrijdt in de te-
rugloopleiding, legt de drukschakelaar de brander stil.
De brander wordt automatisch opnieuw gestart als de druk tot on-
der 3 bar daalt, nadat de brander is uitgevallen.
Als een gesloten circuit met druk "Px" de brander voedt, moet de
drukschakelaar geregeld worden op Px + 3 bar.
Raadpleeg voor de regeling Afb. 53.
20109572
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
D3856
D3855
D3855
20108033
38
NL
PA
PGM
+
-
-
+
20181543
Afb. 50
Afb. 51
Afb. 52
Afb. 53