Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regeling Van De Brander; Vermogen Bij De Ontsteking; Maximumvermogen; Minimumvermogen - Riello RS 55/E BLU Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

De brander is niet voorzien van een controlemechanisme van de
sequentie van de fasen, waardoor de rotatie van de motor niet
correct zou kunnen zijn.
Wanneer de brander in werking wordt gesteld, moet u zich voor
de koelventilator van de motor ventilator stellen en controleren of
hij in tegenwijzerszin draait. Raadpleeg Afb. 31.
Als dit niet het geval mocht zijn:
plaats de schakelaar van Afb. 31 in positie "0" en wacht tot
de controledoos de fase van de uitschakeling uitvoert;
onderbreek de stroomtoevoer naar de brander;
keer de fasen op de driefase voeding van de inverter om (zie
de specifieke handleiding van de inverter).
Deze handeling moet uitgevoerd worden wanneer
de stroomtoevoer uitgeschakeld is.
GEVAAR
Voer de "Startprocedure" op pag. 41 uit.
6.4

Regeling van de brander

6.4.1

Vermogen bij de ontsteking

Volgens norm EN 676.
Branders met MAX. vermogen tot 120 kW
De ontsteking kan uitgevoerd worden aan het max. werkingsver-
mogen.
Voorbeeld:
max. werkingsvermogen:
max. vermogen bij ontsteking:
Branders met MAX. vermogen boven 120 kW
De ontsteking moet uitgevoerd worden op een vermogen dat la-
ger is dan het max. werkingsvermogen.
Als het vermogen bij de ontsteking niet boven 120 kW gaat, is
geen enkele berekening vereist. Als het vermogen bij de ontste-
king daarentegen boven 120 kW ligt, dan bepaalt de norm dat de
waarde moet worden berekend in functie van de veiligheidstijd
"ts" van de elektrische controledoos:
bij ts = 3s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of lager
dan 1/3 van het maximum werkingsvermogen zijn.
Voorbeeld:
MAX werkingsvermogen 450 kW.
Het vermogen bij de ontsteking moet gelijk aan of minder dan 150
kW zijn met ts = 3 s.
Om het vermogen te meten bij de ontsteking:
 koppel de stekker-stopcontact 6)(Afb. 5 op pag. 13) op de
kabel van ionisatiesonde los (de brander slaat aan en ver-
grendelt na de veiligheidstijd);
 voer 10 ontstekingen met daaropvolgende vergrendelingen
uit;
 lees op de teller de hoeveelheid verbrand gas af:
deze hoeveelheid moet gelijk aan of lager dan het resultaat
van volgende formule zijn, voor ts = 3s:
Qa (max. debiet brander) x n x ts
Vg =
3600
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
120 kW
120 kW
D8049
Vg
geleverd volume bij de uitgevoerde ontstekingen (Sm
ontstekingsdebiet (Sm
Qa
n
aantal ontstekingen (10)
ts
veiligheidstijd (sec)
Voorbeeld voor gas G20 (9,45 kWh/Sm
ontstekingsvermogen 150 kW overeenkomstig 15,87 Sm
Na 10 ontstekingen met vergrendeling moet het op de meter af-
gelezen vermogen gelijk aan of kleiner zijn dan:
15,87 x 10 x 3
Vg =
3600
6.4.2

Maximumvermogen

Het MAX. vermogen moet gekozen worden binnen het werkings-
veld (Afb. 2 op pag. 10).
Afstelling van het gas
Meet het gasdebiet op de gasmeter.
Dit kan gevonden worden in Tab. K op pag. 28; lees de gasdruk
af op de manometer (aangeduid in Afb. 39 op pag. 53) en volg de
aanwijzingen op pag. 28.
Als hij moet verminderd worden, moet de uitgaande gasdruk
verminderd worden met behulp van de drukregelaar die zich
onder het gasventiel bevindt.
Als het gasdebiet moet stijgen, verhoogt u de gasdruk aan de
uitgang van de regelaar.
Afstelling van de lucht
Varieer indien noodzakelijk de graden van de servomotor van de
lucht.
6.4.3

Minimumvermogen

Het MIN. vermogen moet gekozen worden binnen het werkings-
veld (Afb. 2 op pag. 10).
33
NL
0
1
3
/u)
3
):
3
= 0,132 Sm
Afb. 31
3
)
3
/u.
20068448

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

20038488200384912003848920038492

Inhoudsopgave