Kabellengte
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Dwarsdoorsneden
Deze moeten gedimensioneerd zijn voor nominale
voedingslijnen
stromen volgens de primaire externe zekering en de
zekering van de interne unit.
–
–
Omgevingsvoor-
Opslag
waarden:
–
–
–
–
Transport
–
–
–
–
Werking
–
–
–
–
Condensatie, ijsvorming en waterinsijpeling zijn
niet toegestaan!
OPGELET
20068448
Technische beschrijving van de brander
Hoofdlijn AC 230 V
Display, BCI
Lading controle (LR) X5-03
Externe ontgrendelingsknop
Veiligheidsventiel (SV)
Uitgang lading
Brandstofventiel
Stuurventiel
Ontstekingstransformator
Andere lijnen
Min. dwarsdoorsnede
Zekeringen die worden gebruikt in de controledoos
F1
Klimaatvoorwaarden
Mechanische voorwaarden
Temperatuurveld
Vochtigheid
Klimaatvoorwaarden
Mechanische voorwaarden
Temperatuurveld
Vochtigheid
Klimaatvoorwaarden
Mechanische voorwaarden
Temperatuurveld
Vochtigheid
Max. 100 m (100 pF/m)
Voor de installatie onder de kap van de brander of
het controlepaneel max. 3 m (100 pF / m)
Max. 20 m (100 pF/m)
Max. 20 m (100 pF/m)
Max. 20 m (100 pF/m)
Max. 10 m (100 pF/m)
Max. 3 m (100 pF/m)
Max. 3 m (100 pF/m)
Max. 3 m (100 pF/m)
Max. 3 m (100 pF/m)
Max. 6,3 AT
0,75 mm²
6,3 DIN EN 60127 2 / 5
DIN EN 60721-3-1
Klasse 1K3
Klasse 1M2
-20 ... +60 °C
< 95% RV
DIN EN 60721-3-2
Klasse 2K2
Klasse 2M2
-30 ... +60 °C
< 95% RV
DIN EN 60721-3-3
Klasse 3K3
Klasse 3M3
-20 ... +60 °C
< 95% RV
16
NL
Tab. G