LET OP
• De instellingen voor de ISO gevoeligheid, lensopening en de sluitertijd verschijnen niet
op het beeldscherm wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl "Automatisch"
selecteerd is. Deze waarden verschijnen echter kortstondig in het voorvertoningsbeeld
dat getoond wordt onmiddellijk nadat u een foto opgenomen heeft.
• Mocht de flitser flitsen, dan blijft de Anti Shake icoon S op het display zelfs als
Anti Shake niet functioneert tijdens het fotograferen met de flitser.
• De instelling voor de ISO gevoeligheid (pagina 66) dient "Automatisch" te zijn voor
Anti Shake om te kunnen werken.
• Door met de Anti Shake op te nemen kan het beeld er ietwat groffer uitzien dan
gewoonlijk met een ietwat lagere beeldresolutie.
• Anti Shake kan de effecten van het bewegen van de camera of het onderwerp
mogelijk niet elimineren wanneer de bewegingen heftig zijn.
• Anti Shake werkt niet tijdens filmopname.
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Procedure
[r] (OPNAME) * [SET] * MENU * OPNAME indextab * AF gebied
Puntmeten
Û
Meervoudig
È
Traceren
Ë
Puntmeten" of
"Û
Scherpstelkader
Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het
midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met
scherpstelvergrendeling (pagina 58).
Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze
instelling geselecteerd is, selecteert de camera het optimale
Autofocus gebied van de negen mogelijke gebieden. Het
scherpstelkader van het gebied waar het camera op scherpstelt
wordt aangegeven in groen.
Door de sluitertoets half in te drukken wordt scherpgesteld op
het onderwerp en zal het scherpstelkader de bewegingen van
het onderwerp gaan traceren.
Ë Traceren"
"
È Meervoudig"
"
Scherpstelkader
61
Geavanceerde instellingen