OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
2.
Terwijl u het beeld via
het beeldscherm
bekijkt, gebruikt u [ ]
en [ ] om scherp te
stellen.
Om dit te doen:
Stel scherp van het onderwerp weg
Stel scherp op het voorwerp
• Door op [ ] of [ ] te drukken zal het gedeelte binnen
het kader in stap 1 het beeldscherm tijdelijk geheel
vullen om het scherpstellen te vergemakkelijken.
Enkele ogenblikken later zal het normale beeld
opnieuw verkregen worden.
3.
Druk op de sluiterontspanningstoets om het
beeld op te nemen.
BELANGRIJK!
• Tijdens de handmatige scherpstelfunctie stellen de
[ ] en [ ] toetsen scherp zelfs als u toetsaanpassing
gebruikt om andere functie aan deze toetsen toe te
wijzen (pagina 77).
Handmatige scherpstelstand
Doe dit:
Druk op [ ].
Druk op [ ].
Gebruik van de scherpstelvergrendeling
Scherpstelvergrendeling is een techniek die u kunt
gebruiken om scherp te stellen op een onderwerp dat zich
niet binnen het scherpstelkader bevindt terwijl u een beeld
aan het opnemen bent. U kunt scherpstelvergrendeling
gebruiken tijdens de autofocus functie en tijdens de
macrofunctie ( ).
1.
Voer de compositie
van het beeld op het
beeldscherm zodanig
uit dat het
hoofdonderwerp zich
binnen het scherp-
stelkader bevindt en
druk vervolgens de
sluiterontspanningstoets
halverwege in.
• U kunt controleren of op het beeld scherpgesteld is
door het scherpstelkader en de groene
bedrijfsindicator te bekijken. De aanduidingen van
het scherpstelkader en de groene bedrijfsindicator
zijn hetzelfde als bij de autofocus functie.
60
99 99
1600
1600
1200
1200
NORMAL
NORMAL
IN
1 / 1000
1 / 1000
F2.6
F2.6
03 03/12 12/24 24
12 12 : 58 58
Scherpstelkader