ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het
opnemen van een beeld.
Opnemen van een beeld
Uw camera stelt automatisch de sluitersnelheid in
overeenkomstig de helderheid van het onderwerp. Her
beeld dar u opneemt wordt in het ingebouwde geheugen
van de camera opgeslagen of op een geheugenkaart als
die zich in de camera bevindt.
• Beelden worden opgeslagen op de kaart (pagina 118)
wanneer een los verkrijgbare SD geheugenkaart of een
MultiMediaCard (MMC) in de camera is geladen.
1.
Druk op de
spanningstoets om
de camera in te
schakelen.
• Hierdoor verschijnt een
beeld of een boodschap
op het beeldscherm.
2.
Zet de
functiekeuzeschakelaar
op "REC" (opname).
• Hierdoor wordt de
opnamefunctie (REC)
ingeschakeld voor het
opnemen van beelden.
Spanningstoets
ON/OFF
Functiekeuzeschakelaar
PLAY
REC
MENU
43
3.
Zet het beeld op het
beeldscherm zo op dat
het hoofdonderwerp
zich binnen het
scherp-stelkader
bevindt.
• Het scherpstelbereik van
de camera tijdens de
automatische
scherpstelfunctie loopt
van circa 40cm tot
oneindig (∞) (pagina 57).
• U kunt beelden opzetten m.b.v. ofwel het
beeldscherm ofwel de optische zoeker (pagina 47).
• U kunt bij het gebruik van de optische zoeker voor
het opzetten van beelden de [DISP] toets gebruiken
om het beeldscherm uit te schakelen en op die
manier accustroom sparen.
99 99
1600
1600
1200
1200
NORMAL
NORMAL
IN
03 03/12 12/24 24
12 12 : 58 58
Scherpstelkader