34
het bedieningsunittype getoond voordat het scherm STANDBY wordt
weergegeven.
De melding CALIBRATE REQUIRED kan worden weergegeven. Dit geeft aan dat
de inbedrijfstelling van de stuurautomaat nog niet is voltooid.
3. Controleer of op het scherm STANDBY een live kompaskoers wordt
weergegeven.
SeaTalk- en NMEA 0183-aansluitingen controleren
SeaTalk-instrumenten
Wanneer u de stuurautomaat-bedieningsunit hebt aangesloten op andere SeaTalk-
instrumenten of units:
1. Selecteer displayverlichtingsniveau 3 (LAMP 3) op een van de andere SeaTalk-
instrumenten of units.
2. Controleer of the displayverlichting van de stuurautomaat-bedieningsunit brandt.
Wanneer dit niet het geval is, controleert u de SeaTalk-bedrading tussen de
stuurautomaat-bedieningsunit en de ander units.
SeaTalk en NMEA GPS of kaartplotter
Wanneer u het SPX-5 Tiller-systeem hebt aangesloten op een kaartplotter of een
GPS (bijvoorbeeld via NMEA 0183 of SeaTalk), controleert u de koppelingen door de
gegevenspagina's met standaardnavigatiewaarden op de stuurautomaat-
bedieningsunit weer te geven. Ga hiertoe als volgt te werk:
1. Druk op disp om de eerste gegevenspagina weer te geven (XTE) en controleer of
deze de gewenste gegevens bevat.
2. Druk nogmaals op disp om elke volgende gegevenspagina te controleren (BTW,
DTW enzovoort).
Wanneer op het display streepjes te zien zijn in plaats van de verwachte
gegevenswaarden, moet u het volgende controleren:
•
Is de GPS of de kaartplotter ingeschakeld en verzendt deze een actieve
waypoint?
•
Is de GPS of de kaartplotter geconfigureerd voor het verzenden van de gewenste
gegevensindeling?
•
Is er sprake van een bedradingsfout? Controleer op open stroomkring,
kortsluiting of omgekeerde aansluitingen.
Andere NMEA 0183-aansluitingen
Als u andere NMEA-aansluitingen wilt controleren, moet u de juiste gegevenspagina
instellen met de kalibratiemodus Display. Zie pagina 49.
Installatie- en instellingshandleiding SmartPilot X-5 Tiller en Tiller GP
TRUE
D10524-1