12
Aansluitingsoverzicht X-5
De X-5-koerscomputer is voorzien van de volgende systeemaansluitingen.
Aansluiting
Fluxgate-kompas
2.4 De helmstokaandrijving installeren
Drive Type
Het juiste type helmstokaandrijfunit hangt af van de waterverplaatsing bij volle lading
van het vaartuig.
•
Voor vaartuigen tot 6 ton waterverplaatsing bij volle lading, gebruikt u de
standaard helmstokaandrijving.
•
Voor vaartuigen tot 7,5 ton waterverplaatsing bij volle lading, gebruikt u de GP-
helmstokaandrijving.
Opmerking:
dan de door de fabrikant aangegeven verplaatsingcijfers.
Montagevereisten
De helmstokaandrijving moet worden gemonteerd:
•
Horizontaal
•
Zo, dat wanneer de helmstok wordt gecentreerd, de aandrijfas een hoek van 90
graden met de helmstokas maakt.
Positie aandrijfunit
De helmstokpen en houder van de aandrijving kunnen tussen 356 en 457 mm (14 tot
18 inch) van het midden van de roer as worden geïnstalleerd.
Voor snellere roer respons in vaartuigen die kortere draaicirkels vereisen
(bijvoorbeeld vaartuigen met minder waterverplaatsing), installeert u de helmstokpen
en steun voor de aandrijving dichter bij de roer as, maar niet dichter dan 356 mm
(14 inch).
Installatie- en instellingshandleiding SmartPilot X-5 Tiller en Tiller GP
NMEA 0183
ingang/uitgang
Sensoringangen
roerpositie
De werkelijke beladen waterverplaatsing van een vaartuig kan tot 20% groter zijn
SeaTalk-zekering
(2 A)
2
ng
SeaTalk
ingang/uitgang
SeaTalk
ingang/uitgang
Zekering voeding
NB: reserve-
(10 A)
zekeringen in
stekkerkapje
10
A
B
Voedings-
RF aarde-
aansluiting
aansluiting
(12 V)
(12 V)
Aandrijfmotor
uitgang
D10374-1