Installatiehandleiding
Menuselectie
MAX RETOUR
STARTINTERVAL
ALARM BRINE
DRUKLEIDING
BUITEN STOP
SHUNTTIJD
SHUNT KOELING
KOELWATER TEMP.
9.3
Submenu BIJVERWARM.
Menuselectie
MAX STAP
INTEGRAAL A2
HYSTERESIS
MAX STROOM
WARMWATER STOP
VERTR. NA EVU
EXT. BIJVERW.
EXT. BIJVERW.
Menuselectie
EXT. BIJVERW.
INTEGRAAL A3
50
Warmtepompen voor woningen
Betekenis
Stoptemperatuur bij hoge retour vanuit het verwarmingssysteem.
Minimale tijdsinterval tussen twee starts van de warmtepomp in minuten.
Geeft een alarm als de temperatuur van de uitgaande brine onder de instelwaarde komt.
Sensor op de heetgasleiding van de compressor. De waarde tussen haakjes geeft de
maximaal toegestane temperatuur aan. Als deze waarde wordt overschreden, stopt de
compressor. Hij start weer zodra de temperatuur gedaald is. Er wordt geen alarm weerge-
geven op de display, maar er staat wel een vierkant in de hoek linksonder van de display.
Wordt alleen weergegeven als LUCHT is geselecteerd. Laagste buitentemperatuur waar-
bij de buitensensor de compressor stopt en in plaats daarvan warmte of warm water pro-
duceert met behulp van de bijverwarming.
Tijd in seconden. Geeft aan hoe vaak de opening van de shunt moet worden bijgesteld.
De koelshunt streeft naar de ingestelde temperatuur.
Niet van toepassing op DHP-C Opti W/W.
N
Waarde van het instelpunt van de aanvoertemperatuur in de koelmodus.
Van toepassing op DHP-C Opti W/W.
N
Betekenis
Maximaal aantal toegestane stappen voor bijverwarming.
gestaan (betekent dat alleen AUTO of WARMTEPOMP kan worden geselecteerd.)
Er moet aan twee voorwaarden worden voldaan voor het starten van de bijverwarming:
de waarde van de integraal voor starten moet kleiner zijn dan integraal A2 en de aan-
voertemperatuur moet 2 °C lager zijn dan de berekende temperatuur. Zie de Service-
handleiding voor nadere inlichtingen.
Als het verschil tussen de werkelijke aanvoertemperatuur en de berekende aanvoertem-
peratuur te groot is (zie Servicehandleiding), wordt de integraalwaarde op de startwaarde
A2 ingesteld (de bijverwarming wordt gestart) of op 0 (de warmtepomp wordt gestopt).
Heeft betrekking op de waarde van de hoofdzekering in de installatie, in ampère.
Stoptemperatuur voor warm water tijdens VERWARM. De waarde wordt uitgelezen door
de warmwatersensor.
Tijd in minuten. Geeft aan hoeveel minuten er na EVU moeten verstrijken voordat de bij-
verwarming mag worden geactiveerd.
Zie de onderstaande tabel voor nadere inlichtingen.
Betekenis
Geeft aan of er een externe bijverwarming is geïnstalleerd in het systeem.
Geeft de waarde voor de integraal aan waarbij de externe bijverwarming wordt aange-
sloten.
VMGFQ210
= geen bijverwarming toe-
Danfoss Heating Solutions
Fabrieksinstel-
ling
55 °C (bereik: 30
°C / 70 °C)
20 min. (bereik:
10 min. / 30 min.)
(bereik:
,
-14 °C / 10 °C)
135 °C
-20 °C (bereik:
-20 °C / -1 °C)
60 s (bereik: 10
s / 99 s)
18 °C (bereik: 0
°C / 30 °C)
18 °C (bereik: 5
°C / 30 °C)
Fabrieksinstel-
ling
2
(bereik:
, 1, 2,
3, 4, 5, +4, +5)
-600 (bereik:
-50 / -990)
20 °C (bereik: 5
°C / 30 °C)
20 A (bereik: 16
A / 35 A)
60 °C (bereik: 50
°C / 65 °C)
30 min. (bereik: 0
min. / 120 min.)
Fabrieksinstel-
ling
/ AAN
-300 (bereik:
-990 / INTE-
GRAAL A1 - 10)