Schijfeenheden Vervangen - HP StorageWorks Modular Smart Array 1000 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor StorageWorks Modular Smart Array 1000:
- Handleiding (116 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (76 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (78 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Schijfeenheden vervangen
Vervangende schijfeenheden moeten minimaal dezelfde capaciteit hebben als
de kleinste schijfeenheid in de array. Schijfeenheden met onvoldoende capaciteit
worden onmiddellijk door de controller geweigerd zonder dat het automatisch
gegevensherstel wordt opgestart.
Een hot-pluggable schijf kan op elk moment worden verwijderd en vervangen, of
het hostsysteem of opslagsysteem nu ingeschakeld is of niet. De systeemprestaties
en de fouttolerantie ondervinden beide hiervan de gevolgen totdat het opnieuw
opbouwen is voltooid. Dit kan enkele uren duren, zelfs als het systeem niet
intensief wordt gebruikt tijdens het opnieuw opbouwen.
Als een hot-pluggable schijfeenheid wordt geplaatst, wordt alle schijfactiviteit
op de array tijdelijk onderbroken terwijl de schijf opstart (ongeveer 10 seconden).
Als de schijfeenheid wordt geplaatst terwijl het apparaat is ingeschakeld en
fouttolerantie actief is, begint het systeem onmiddellijk met het herstellen van
gegevens op de vervangende schijfeenheid (het online lampje knippert).
Vervang de schijfeenheid zo snel mogelijk. Daarnaast dient van alle logische
volumes in dezelfde array als die waarin de schijf wordt vervangen, een geldige
recente backup te bestaan.
Als een andere schijfeenheid in de array defect raakt terwijl de gegevens van
een eerder defect geraakte schijfeenheid opnieuw worden opgebouwd, is de
fouttolerantie bedreigd en gaan alle gegevens in de array verloren, met de
volgende uitzonderingen:
MSA1000 gebruikershandleiding
Voorzichtig:
In bepaalde gevallen kan een schijfeenheid waarvan de
controller eerder heeft aangegeven dat deze defect is, weer functioneel lijken
nadat het systeem is uit- en weer aangezet, of nadat een hot-pluggable
schijfeenheid is verwijderd en weer teruggeplaatst. Het gebruik van dergelijke
'marginale' schijven kan echter uiteindelijk leiden tot gegevensverlies. Vervang
de schijfeenheid zo snel mogelijk.
In een gespiegelde (RAID 1) configuratie bij uitval van een schijf die niet is
gespiegeld naar een defecte schijf.
Uitval van een tweede schijf in een RAID ADG-configuratie.
Herstel na schijfstoring
83
Advertenties
Inhoudsopgave
