Herstel na schijfstoring
Uitval van vaste schijven
Wanneer een vaste schijf uitvalt, heeft dit gevolgen voor alle logische
schijfeenheden in dezelfde array. Elke logische schijfeenheid in een array
kan een andere fouttolerantiemethode gebruiken, dus elke logische schijfeenheid
kan op een andere manier worden beïnvloed.
Opmerking:
zijn gemarkeerd als defect.
Als er meer vaste schijven uitvallen dan de fouttolerantiemethode kan
verwerken, komt de fouttolerantie onder druk te staan. De logische schijfeenheid
is dan 'defect'. In dat geval worden alle opdrachten van het besturingssysteem
geweigerd vanwege onherstelbare fouten. In het gedeelte over bedreiging van de
fouttolerantie verderop in dit hoofdstuk worden mogelijke manieren besproken
waarop u deze situatie kunt verhelpen.
78
RAID 0-configuraties zijn niet bestand tegen het uitvallen van schijven.
Als een fysieke schijfeenheid in de array defect raakt, vallen alle
niet-fouttolerante (RAID 0) logische schijfeenheden in dezelfde array ook uit.
RAID 1- en RAID 1+0-configuraties zijn bestand tegen meerdere schijffouten
tegelijk, zolang de schijfeenheden waarin de schijffouten zijn opgetreden, niet
elkaars spiegelbeeld zijn.
RAID 5-configuraties zijn bestand tegen het uitvallen van één schijf.
RAID ADG-configuraties zijn bestand tegen het gelijktijdig uitvallen van
twee schijven in de array.
Enkele richtlijnen voor de configuratie van een reserveschijf zijn:
— Als u reserveschijven wilt gebruiken, moet u een aparte reserveschijf
toewijzen aan elke individuele array.
— De capaciteit van een reserveschijf moet groter zijn dan of gelijk zijn
aan die van elke schijfeenheid die de reserveschijf moet vervangen.
— Een bepaalde reserveschijf kan aan meerdere controllers worden
toegewezen zolang de capaciteit ervan groter is dan of gelijk is aan
de schijfeenheden in die array.
Verwijder alleen vaste schijven die defect zijn of die door de controller
MSA1000 gebruikershandleiding