Lampjes van de voedingseenheid/ventilatormodule
De groene lampjes van de voedingseenheid/ventilatormodule branden wanneer
zowel de voedingseenheid als de ventilator correct werken. Wanneer een
voedingseenheid of een ventilator defect raakt, gaan de lampjes van de
voedingseenheid uit. Als de lampjes van de voedingseenheid niet branden,
is er geen netspanning aanwezig of is de hele voedingseenheid defect.
De ventilatoren die op de voedingseenheid zijn gemonteerd, koelen de enclosure
door lucht te blazen door de enclosure. De snelheid waarmee de lucht wordt
verplaatst (het debiet), bepaalt het koelingsniveau. Dit debiet is afhankelijk van de
ventilatorsnelheid (rpm). De ventilatoren worden door de EMU (Environmental
Monitoring Unit) of de bijbehorende voedingseenheid bestuurd en kunnen met
verschillende snelheden werken. Hierdoor kunnen de ventilatoren automatisch
het debiet aanpassen aan temperatuurwijzigingen in de enclosure.
Als de ene ventilator te traag werkt of zelfs volledig wordt uitgeschakeld, gaat
de andere ventilator met hogere snelheid werken. Tegelijkertijd wordt de fout
gemeld op het LCD-scherm aan de voorkant van de controller.
Afbeelding 12: Lampjes voor voedingseenheden/ventilatoren
MSA1000 gebruikershandleiding
Bediening en beheer
43