5
Instellingen en afstellingen
Bij de installatie voert de installateur een basisinstelling uit van de
warmtepomp. Hieronder wordt een aantal instellingen en afstellingen
beschreven, die u zelf kunt uitvoeren.
5.1
Bedrijfsmodus instellen
BEDRIJF
AUTO
COMPRESSOR
BIJVERWARM.
WARMWATER
MANUEEL TEST
U kunt uit de volgende bedrijfsmodi kiezen:
Bedrijfsmodus
(UIT)
AUTO
COMPRESSOR
BIJVERWARM.
16 – Gebruikershandleiding VUGFB110
Voordat u de instellingen van de regelaar verandert, moet u
eerst nagaan wat deze veranderingen inhouden. Noteer ook de
basisinstelling.
Betekenis
De installatie is volledig uitgeschakeld. Deze modus
wordt ook gebruikt om bepaalde alarmmeldingen te
bevestigen.
Compressorbedrijf en bijverwarming worden automa-
tisch geregeld door de warmtepomp.
Het regelsysteem wordt dusdanig ingesteld dat alleen de
warmtepompeenheid (de compressor) mag werken. In
deze bedrijfsmodus wordt doorverwarming (anti-legio-
nellafunctie) van het warm water niet uitgevoerd, omdat
er geen bijverwarming mag worden gebruikt.
Het regelsysteem laat alleen de bijverwarming werken.
1.
Open het submenu BEDRIJF in het
menu INSTALLATIE. Het sterretje toont
de huidige keuze
2.
Markeer de nieuwe stand met behulp
van de knop + of -.
3.
Druk één keer op de rechterknop om
de keuze te bevestigen.
4.
Druk twee keer op de linkerknop.