Informatie over de printermenu's
Optie
Log configureren
Controle inschakelen
Ja
Nee
Extern systeemlog inschakelen
Nee
Ja
Externe systeemlogserver
[reeks van 256 tekens]
Externe systeemlogpoort
1–65535
Externe systeemlogmethode
Normale UDP
Stunnel
Externe systeemlogvoorziening
0–23
Gedrag bij log vol
Oudste items vervangen
Log per e-mail verzenden en
vervolgens alle items verwijderen
Tot
Opgeven hoe controlelogs worden geconfigureerd.
Opmerkingen:
•
Met Controle inschakelen wordt bepaald of gebeurtenissen worden geregi-
streerd in het beveiligde controlelog en in het externe systeemlog. "Nee" is de
standaardinstelling.
•
Met Extern systeemlog inschakelen wordt bepaald of logs naar een externe
server worden verzonden. "Nee" is de standaardinstelling.
•
Met Externe systeemlogserver wordt bepaald welke waarde wordt gebruikt om
logbestanden te verzenden naar de server met het externe systeemlog.
•
Met Externe systeemlogpoort wordt de poort vastgesteld waarmee de printer
geregistreerde gebeurtenissen naar een externe server verzendt.
•
Met Externe systeemlogmethode wordt het protocol vastgesteld dat door de
printer wordt gebruikt om geregistreerde gebeurtenissen naar een externe
server te verzenden. Normaal UDP is de standaardinstelling.
•
Met Externe systeemlogvoorziening wordt bepaald welke voorzieningswaarde
de printer gebruikt wanneer gebeurtenissen worden verzonden naar de server
met het externe systeemlog. 4 is de standaardinstelling.
•
Met Gedrag bij log vol wordt bepaald wat de printer doet als het logbestand de
volledige toegewezen geheugenruimte beslaat. Oudste items vervangen is
standaardinstelling.
152