Faxen
Opmerkingen:
•
Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
•
Het lampje van de ADI gaat branden wanneer het papier correct is geplaatst.
2
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
3
Blader in het beginscherm naar:
Faxen > voer het faxnummer in >Opties >Vertraagd verzenden
Opmerking: Als de Faxmodus op Faxserver staat ingesteld, wordt de knop Vertraagd verzenden niet
weergegeven. Faxen die wachten op verzending, staan vermeld in de faxwachtrij.
4
Geef de tijd op waarop u de fax wilt verzenden en raak
5
Raak Faxen aan.
Opmerking: Het document wordt op het geplande tijdstip gescand en gefaxt.
Snelkoppelingen maken
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met de Embedded Web
Server
U kunt een snelkoppeling aan één faxnummer of een groep met faxnummers toewijzen.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets
met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen > Snelkoppelingen beheren > Instellingen faxsnelkoppeling.
Opmerking: u wordt mogelijk om een wachtwoord gevraagd. Neem contact op met uw systeembeheerder als u
geen gebruiker-ID en wachtwoord hebt.
3
Typ een naam voor de snelkoppeling en geef het faxnummer op.
Opmerkingen:
•
Als u een snelkoppeling voor meerdere nummers wilt maken, dient u de faxnummers voor die groep op te
geven.
•
u dient de afzonderlijke faxnummers via een puntkomma (;) van elkaar te scheiden.
4
Wijs een snelkoppelingsnummer toe.
Opmerking: Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen.
5
Klik op Toevoegen.
aan.
114