Bezig met scannen
Bezig met scannen
Scannen naar netwerk gebruiken
Met Scannen naar netwerk kunt u documenten naar door uw systeembeheerder opgegeven netwerklocaties scannen.
Nadat de bestemmingen (gedeelde netwerkmappen) zijn ingesteld op het netwerk, moet de toepassing worden
geïnstalleerd en geconfigureerd op de betreffende printer(s) met de Embedded Web Server. Zie "Scannen via een
netwerk instellen" op pagina 24 voor meer informatie.
Scannen naar een FTP-adres
Automatische documentinvoer (ADI)
Gebruik de ADI als u documenten met meerdere pagina's wilt
scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte (duplex) pagina's.
Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per keer
slechts één FTP-adres naar de server verzenden.
Als uw systeembeheerder een FTP-bestemming heeft geconfigureerd, wordt de naam van de bestemming beschikbaar
als een snelkoppelingsnummer of staat deze in de lijst met profielen onder het pictogram voor taken in de wacht. Een
andere PostScript-printer kan ook een FTP-bestemming zijn.
Snelkoppelingen maken
U kunt een permanente FTP-bestemming maken en hieraan een snelkoppelingsnummer toewijzen zodat u niet elke
keer wanneer u een document naar een FTP-server wilt verzenden, het volledige adres van de FTP-site hoeft in te
voeren op het bedieningspaneel van de printer. U kunt op twee manieren snelkoppelingsnummers maken: met de
Embedded Web Server of met het bedieningspaneel van de printer.
Een FTP-snelkoppeling maken met de Embedded Web Server
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Glasplaat
Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine
items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of
dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
121