SNELSPANNERS
Snelspanners zijn zeer eenvoudig te bedie-
nen. Toch gebeuren er regelmatig ongeluk-
ken door verkeerd gebruik. Lees dit hoofd-
stuk daarom aandachtig door.
HOE ZITTEN SNELSPANNERS IN ELKAAR?
De snelspanner bestaat uit twee bedienings-
elementen:
• Hendel A aan de ene kant. Deze zorgt voor
de klemkracht.
• Klemmoer B aan de andere kant. Met deze
moer wordt op een schroefdraadstang de
voorspanning ingesteld. Soms bevindt zich
hier een schroef in plaats van een klem-
moer en schroefdraadstang.
B
20
GEBRUIK VAN SNELSPANNERS
• Open hendel A. Nu moet het opschrift
'Open' leesbaar zijn.
• Om de snelspanner te sluiten, beweegt u
de hendel zo, dat van buitenaf 'Close' te
lezen is. Aan het begin van de sluitbe-
weging, tot ongeveer halverwege het
indrukken, moet de hendel eenvoudig te
bewegen zijn. Dit betekent dat de hendel
niet mag klemmen.
• Tijdens de tweede helft van de beweging
moet de hendelkracht duidelijk toenemen.
Aan het einde is de hendel alleen met veel
kracht verder in te drukken. Gebruik hier-
voor de bal van uw hand. In de eindpositie
'gesloten' moet de hendel parallel naar
achteren wijzend tegen het wiel liggen.
De hendel mag dus niet naar buiten wijzen.
A
GESLOTEN
OPEN