Luchtdrukbewaker
Werking
A
Uitschakeling wegens storing
De luchtdrukbewaker veroorzaakt op de
branderautomaat in de volgende situ-
aties een uitschakeling wegens storing:
■ als de ruststandcontrole na 5 pogin-
gen (antipendelfunctie) niet succesvol
was (dat wil zeggen: het luchtdrukbe-
wakercontact is binnen 30 s niet
geopend)
■ als in de voorbeluchtingsfase het mini-
mumdebiet niet doorgepompt is (uit-
schakeling wegens storing via de anti-
pendelfunctie)
■ als in de regelwerking de luchtdrukbe-
waker uitvalt of de luchtdruk buiten het
toegestane bereik ligt
Het signaal van de luchtdrukbewaker
A wordt in de volgende bedrijfssituaties
geanalyseerd:
■ vóór de ventilatorstart (ruststandcon-
trole)
■ in de voorbeluchtingsfase
■ in de regelwerking mits op een vermo-
gen van minstens het startvermogen
wordt gewerkt. Vermogens die lager
zijn dan het startvermogen, worden
niet bewaakt.
De uitschakeling wegens storing wordt
met de storingsindicaties "F AA"
en "F AB" in het display van de brander-
automaat aangegeven. Dat kan worden
opgeheven door op de ontstoringsknop
te drukken (minstens ¼ s).
Er wordt dan van een ernstige storing
uitgegaan. De uitschakeling wegens sto-
ring door de luchtdrukbewaker wordt in
de regeling als fout gemeld.
De luchtdrukbewaker wordt in de
fabriek ingesteld.
35