Aanvullende info over de stappen
2. Bij open werking: Controleren of de
ventilatie van de installatieruimte
open is.
3. Gasaansluitdruk controleren.
4. Afsluitkleppen van de gasleiding
openen.
5. Hoofdschakelaar inschakelen (deze
bevindt zich buiten de stookruimte).
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
(vervolg)
6.
C
Installatieschakelaar B op de rege-
ling inschakelen. Als het storings-
lampje A op de regeling brandt en
het display C op de branderauto-
maat knippert, eerst ontgrendelen;
hiertoe de ontstoringsknop D op de
branderautomaat indrukken.
Opmerking
Bij de eerste inbedrijfstelling kan het
apparaat in storing gaan, omdat zich
nog niet voldoende gas in de gaslei-
ding bevindt (storingslamp op de
regeling gaat branden). Ontlucht de
gasleiding nogmaals en ontgrendel
de branderautomaat.
A
B
D
11