3.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam Voorkeuren,
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen of Printer.
4.
Breng wijzigingen aan in de afdrukinstellingen en klik op OK.
5.
Klik op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken om de taak af te
drukken.
Macintosh-gebruikers
Gebruik de dialoogvensters Pagina-instelling en Print/Druk af om de instellingen
voor de afdruktaak te wijzigen. De instelling die u wilt wijzigen, bepaalt welk
dialoogvenster u gebruikt.
Het papierformaat, de afdrukstand en het vergrotings- of
verkleiningspercentage wijzigen
1.
Selecteer de HP All-in-One in de Kiezer (OS 9), in Afdrukbeheer (OS 10.2 of
een eerdere versie) of in Printerconfiguratie (OS 10.3 of hoger) voordat u begint
met afdrukken.
2.
Kies Pagina-instelling in het menu Archief in het de softwaretoepassing.
3.
Wijzig de instellingen voor het papierformaat, de afdrukstand en het vergrotings-
of verkleiningspercentage en klik vervolgens op OK.
Alle overige afdrukinstellingen wijzigen
1.
Selecteer de HP All-in-One in de Kiezer (OS 9), in Afdrukbeheer (OS 10.2 of
een eerdere versie) of in Printerconfiguratie (OS 10.3 of hoger) voordat u begint
met afdrukken.
2.
Kies Print/Druk af in het menu Archief in de softwaretoepassing.
3.
Wijzig de afdrukinstellingen en klik op Print/Druk af om de taak af te drukken.
Een afdruktaak stoppen
Hoewel u een afdruktaak kunt stoppen via de HP All-in-One of via de computer, is het
raadzaam om dit te doen via de HP All-in-One.
Een afdruktaak stoppen via de HP All-in-One
➔
Druk op
Afdrukken geannuleerd
bedieningspaneel. Als het bericht niet verschijnt, drukt u opnieuw op Annuleren.
Gebruikershandleiding
Annuleren
op het bedieningspaneel. Controleer of de melding
wordt weergegeven op het scherm van het
79