Inhoudsopgave
Advertenties
De onderstaande normen moeten nauwkeurig gevolgd worden om letsels aan de bediener en schade aan de machine te vermijden.
•
Lees aandachtig de etiketten op de machine, bedek ze niet en vervang ze onmiddellijk in geval ze beschadigd zijn of onleesbaar worden.
•
De machine mag uitsluitend gebruikt worden door bevoegd personeel, dat een opleiding voor het gebruik genoot.
•
Let tijdens het gebruik van de machine op voor andere personen, en vooral voor kinderen.
•
De machine is niet geschikt om tapijten te reinigen
•
Het stopcontact waarin de stroomkabel van de batterijlader wordt gestopt moet voorzien zijn van een regelmatige aarding.
•
Zorg er voor dat de stroomkabel van de batterijlader niet verpletterd, gebogen of belast wordt.
•
Wanneer wordt gemerkt dat de stroomkabel van de batterijlader beschadigd is, moet onmiddellijk een assistentiecentrum van FIMAP gecontacteerd
worden.
•
Meng geen verschillende types van reinigingsmiddel zodat geen schadelijke gassen worden gevormd.
•
Plaats geen vloeistoffen bovenop de machine.
•
De machine werd enkel ontworpen voor droog gebruik, en mag dus niet buiten en in vochtige condities gebruikt of bewaard worden
•
In het magazijn waar de machine opgeslagen wordt, moet een temperatuur tussen -25°C en +55°C aanwezig zijn. De machine mag niet buiten
opgeslagen worden als een hoge vochtigheidsgraad aanwezig is.
•
Gebruikscondities: omgevingstemperatuur tussen 0°C en 40°C met relatieve vochtigheid tussen 30 en 95%.
•
Gebruik de machine niet in een explosieve atmosfeer.
•
Gebruik de machine niet als transportmiddel.
•
Gebruik geen zure oplossingen die de machine zouden kunnen beschadigen.
•
Zorg ervoor dat de borstels niet draaien wanneer de machine stilstaat zodat de vloer niet wordt beschadigd.
•
Zuig geen ontvlambare vloeistoffen op.
•
Gebruik het toestel niet om gevaarlijke stoffen op te zuigen.
•
Gebruik in geval van brand een brandblusapparaat met poeder. Gebruik geen water.
•
Stoot niet tegen rekken of dergelijke zodat geen voorwerpen kunnen vallen.
•
Als de machine wordt gebruikt waar gevaar op het vallen van voorwerpen aanwezig is, moet ze uitgerust worden met systemen die beschermen
tegen het vallen van voorwerpen
•
Gebruik het toestel niet wanneer de helling groter is dan de waarde die wordt aangeduid op de plaat.
•
De machine moet tegelijkertijd reinigen en drogen. Andere handelingen moeten uitgevoerd worden wanneer geen onbevoegden aanwezig zijn. Een
natte vloer moet gesignaleerd worden met daarvoor bestemde borden.
•
In geval van een abnormale werking van de machine moet eerst gecontroleerd worden of dit niet te wijten is aan het feit dat het gewone onderhoud
van de machine niet uitgevoerd werd. In het omgekeerde geval moet een assistentiecentrum van FIMAP gecontacteerd worden.
•
Als delen moeten vervangen worden, moeten ORIGINELE reserveonderdelen besteld worden bij een dealer en/of een Erkende Verkoper van
FIMAP.
•
Zet voor elke onderhoudswerkzaamheid de machine uit en koppel de batterijconnector los.
•
Verwijder geen beschermingen waarvoor gereedschappen noodzakelijk zijn.
•
Reinig de machine niet met rechtstreekse waterstralen of hogedrukspuiten, of met corrosieve stoffen.
•
Laat de machine minstens één maal per jaar controleren door een assistentiecentrum FIMAP.
•
Om afzettingen in de filter van het reservoir met de oplossing te vermijden, mag de reinigende oplossing slechts net vóór het gebruik van de machine
ingevoerd worden.
•
Voordat de machine gebruikt wordt, moet gecontroleerd worden of alle luiken en bedekkingen geplaatst zijn zoals wordt aangeduid in deze
handleiding voor het gebruik en het onderhoud.
•
Verwerk het verbruiksmateriaal door nauwkeurig de van kracht zijnde normen te respecteren.
•
Als na vele jaren van werking uw machine FIMAP afgedankt moet worden, moeten de verschillende materialen en vooral de olies en de
elektronische onderdelen gepast ingezameld worden. Hou daarbij rekening dat de machine helemaal gemaakt werd van integraal recycleerbare
materialen.
•
Gebruik enkel de borstels die bij het toestel worden geleverd, of diegene die gespecificeerd worden in de gebruiksaanwijzing (pag.37). Het gebruik
van andere borstels kan gevaarlijke situaties veroorzaken.
•
Het toestel moet van de voeding losgekoppeld worden wanneer de batterij verwijderd wordt.
•
De batterij moet uit het toestel genomen worden voordat hij verwerkt wordt.
•
De aanwezige batterij en batterijlader moeten op veilige wijze geëlimineerd worden, waarbij de van kracht zijnde wetsvoorzieningen nauwgezet in
acht genomen worden.
•
De machine mag niet gebruikt worden door kinderen of personen met beperkte fysieke, mentale of sensoriële bekwaamheden, of door personen met
een gebrek aan ervaring en kennis, behalve indien ze door een persoon, die instaat voor hun veiligheid, gecontroleerd en opgeleid worden
betreffende het gebruik van de machine.
•
Zorg ervoor dat kinderen niet met het toestel kunnen spelen.
•
Om onbevoegd gebruik te voorkomen, moet de sleutel na gebruik verwijderd worden
•
Wanneer de machine niet wordt gebruikt, moet de parkeerrem ingeschakeld worden zodat onopzettelijke bewegingen worden vermeden.
ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN
8
Advertenties
Inhoudsopgave
