Ze worden opgetild met de grepen aan de bovenzijde.
Ze moeten in de daarvoor bestemde ruimte geplaatst worden, met de klemmen voor de aansluiting naar
de achterkant van de machine gericht.
Ze moeten onderling in serie aangesloten worden zodat de klemmen een spanning van 24V krijgen.
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door gespecialiseerd personeel dat door het
assistentiecentrum FIMAP opgeleid werd.
8.
ONDERHOUD - VERWERKING VAN DE BATTERIJ
Volg voor het onderhoud en het opladen de aanwijzingen van de fabrikant van de batterijen.
Als de batterijlader niet wordt bijgeleverd, is de keuze ervan zeer belangrijk omdat ze afhangt van het type
en van de capaciteit van de batterij.
Wanneer de batterij opgebruikt is, moet hij losgekoppeld worden door gespecialiseerd en opgeleid
personeel, til hem dan op aan de voorziene grepen en door middel van de geschikte hefmiddelen en trek
hem uit de batterijruimte. U IS VERPLICHT OM DE OPGEBRUIKTE BATTERIJEN, GECLASSIFICEERD
ALS GEVAARLIJK AFVAL, TE OVERHANDIGEN AAN EEN BEVOEGD BEDRIJF VOLGENS DE
WETSBEPALINGEN INZAKE AFVALVERWERKING.
9. VERBINDING CONNECTOR ELEKTRISCHE AANSLUITING
Onder het afvalreservoir bevindt zich de batterijconnector (2) waarin de connector van de elektrische
aansluiting (1) moet worden gestopt.
10. HET OPLADEN VAN DE BATTERIJEN MET EEN EXTERNE BATTERIJLADER
Om de batterijen niet permanent te beschadigen is het noodzakelijk te voorkomen dat de batterijen
helemaal leeglopen, voer het opladen uit binnen enkele minuten nadat het knipperend signaal voor lege
batterijen in werking is getreden.
AANDACHT: Laat de batterijen nooit helemaal leegstaan, ook niet wanneer de
machine niet gebruikt wordt. Controleer of de batterijlader geschikt is voor de
geïnstalleerde batterijen, zowel wat de capaciteit als het type betreft.
Om de batterijen aan te sluiten, is het volgende nodig:
1. Controleer of het afvalreservoir helemaal leeg is, zoniet moet het leeggemaakt worden.
2. Controleer of de parkeerrem correct is ingeschakeld
3. Controleer of de sleutelschakelaar in positie "0" is geplaatst
4. Plaats de machine nabij de batterijlader
5. Zet de wisser en het onderstel laag (zie de betreffende hoofdstukken)
6. Open het achterste sluitingsscharnier van het reservoir bovenaan
7. Draai het reservoir met de zijgreep tot tegen de eindeloop.
VOORBEREIDING VAN DE MACHINE
12
1
2